Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
parketnummer 02-222166-19
tegen
geboren [geboortedatum verzoeker 1] te [woonplaats verzoeker 1] ,
geboren [geboortedatum verzoeker 2] te [woonplaats verzoeker 2] ,
[belanghebbende sub 2],
advocaat: mr. P.C. Schouten.
1.1. De procedure
2.Het verschoningsverzoek
3.Het wettelijk kaderOp grond van artikel 517 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 512 Sv.
4.De beoordeling4.1.Uitgangspunt is dat een rechter op grond van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Uitzonderlijke omstandigheden kunnen een aanwijzing opleveren dat een rechter ten opzichte van een partij vooringenomen is of dat daarvoor een terechte vrees bestaat. Ook de uiterlijke schijn kan daarbij een rol spelen.
parketnummers 02-222166-19 en 02-029390-20 te beslissen. De verschoningskamer ziet hierin, mede in aanmerking genomen de onderbouwing van het verzoek, een genoegzame grond voor verschoning. De rechter heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de schijn kan bestaan dat het hem aan onpartijdigheid zal ontbreken. Het verzoek zal derhalve worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen.
5.De beslissing
- de rechter;
- de teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is;
- de partijen in de hoofdzaken.
mr. C. Kool en mr. J.A.J. van den Boom, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier. [1]