ECLI:NL:RBZWB:2022:35

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 januari 2022
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
AWB- 19_4298
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing handhavingsverzoek door burgemeester inzake terrasvoorschriften

Op 7 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de burgemeester van de gemeente Sluis. Eiseres, eigenaar van een pand in [plaatsnaam 1], had een handhavingsverzoek ingediend omdat zij meende dat de vergunninghouder van een nabijgelegen pannenkoekenhuis de terrasvoorschriften overtrad. De burgemeester had eerder het verzoek om handhaving afgewezen, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres. Tijdens de zitting op 30 november 2021 waren verschillende betrokkenen aanwezig, waaronder gemachtigden van beide partijen.

De rechtbank oordeelde dat de burgemeester terecht had afgezien van handhaving, omdat de overtredingen door de vergunninghouder direct ongedaan waren gemaakt. De rechtbank benadrukte dat handhaving alleen nodig is als er sprake is van een blijvende overtreding of een dreigend gevaar. In dit geval was er geen reden om aan te nemen dat de overtredingen zich zouden herhalen, hoewel er in het verleden meerdere verzoeken tot handhaving waren ingediend. De rechtbank adviseerde de burgemeester wel om bij toekomstige overtredingen een last onder dwangsom op te leggen om herhaling te voorkomen.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 19/4298 GEMWT

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 januari 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam 1] , eiseres

gemachtigde: mr. M.M. Breukers,
en

de burgemeester van de gemeente Sluis, verweerder.

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam vergunninghouder], te [plaatsnaam 1] (vergunninghouder)
gemachtigde: mr. K.M. Moeliker.

Procesverloop

In het besluit van 6 november 2018 (primaire besluit) heeft de burgemeester het verzoek om handhaving van eiseres afgewezen.
In het besluit van 4 juli 2019 (bestreden besluit) heeft de burgemeester het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 30 november 2021.
Hierbij waren namens eiseres aanwezig: [naam betrokkenen 1] en [naam betrokkenen 2] , en de gemachtigde van eiseres. Via een Skype-verbinding waren namens vergunninghouder aanwezig: [naam betrokkenen 3] en [naam betrokkenen 4] , en de gemachtigde van vergunninghouder. Namens de burgemeester was aanwezig: [naam vertegenwoordiger] .

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres is eigenaar van het pand aan het [adres 1] te [plaatsnaam 1] . [naam betrokkenen 1] en [naam betrokkenen 2] exploiteren in dit pand de winkel in kleding, accessoires en cadeauartikelen ‘ [naam bedrijf] ’.
[naam betrokkenen 3] en [naam betrokkenen 4] exploiteren het pannenkoekenhuis ‘ [naam vergunninghouder] ’ aan het [adres 2] in [plaatsnaam 1] . De panden grenzen met een binnenwaartse hoek aan elkaar.
Bij besluit van 25 augustus 2017, verzonden op 29 augustus 2017, is aan [naam vergunninghouder] een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd verleend, inclusief een direct aansluitend terras van 23 m2 (terras 1) en een looplijnterras van 29 m2 (terras 2). Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden.
Eiseres heeft op 14 augustus 2018 een verzoek tot handhaving ingediend. Volgens eiseres worden de terrasvoorschriften dagelijks door vergunninghouder overtreden door het menubord en de serveerwagen buiten de vergunde terraslijnen te plaatsen. Eiseres heeft de burgemeester verzocht een preventieve last onder dwangsom op te leggen.
De burgemeester heeft op 25 en 28 september 2018 aan eiseres kenbaar gemaakt voornemens te zijn het handhavingsverzoek af te wijzen, omdat de door de toezichthouder geconstateerde overtredingen direct ongedaan gemaakt werden.
Eiseres heeft op 15 oktober 2018 haar zienswijze tegen dit voornemen ingediend.
Vergunninghouder heeft op 25 oktober 2018 haar zienswijze ingediend.
Bij het primaire besluit heeft de burgemeester het handhavingsverzoek afgewezen, omdat er geen sprake is van een overtreding.
Tegen dit besluit heeft eiseres op 14 december 2018 een bezwaarschrift ingediend. Op 16 januari 2019 en 4 april 2019 zijn de bezwaargronden aangevuld.
Op 17 april 2019 heeft een hoorzitting bij de commissie bezwaarschriften plaatsgevonden. Deze commissie heeft een advies uitgebracht inhoudende het bezwaarschrift ongegrond te verklaren.
Bij het bestreden besluit heeft de burgemeester, met verwijzing naar voornoemd advies, het bezwaar ongegrond verklaard.
Geschil
2. In geschil is de vraag of de burgemeester het handhavingsverzoek van eiseres terecht heeft afgewezen.
Standpunten van partijen
3.1
Eiseres voert aan dat wel degelijk sprake is van overtreding van de terrasvoorschriften door vergunninghouder. Het menubord en de serveerwagen worden bijna dagelijks buiten de vergunde terraslijnen geplaatst. De burgemeester heeft de plicht om tot handhaving over te gaan. In het verleden zijn diverse overtredingen geconstateerd en dat is een reden om een preventieve last onder dwangsom op te leggen of een last onder dwangsom om herhaling te voorkomen. Het niet naleven van de terrasvoorschriften heeft immers gevolgen voor de zichtbaarheid en bereikbaarheid van het pand van eiseres.
3.2
De burgemeester stelt zich op het standpunt dat niet onterecht is afgezien van handhavend optreden. Er is immers geen sprake meer van een overtreding als deze ter plekke ongedaan wordt gemaakt.
3.3
Vergunninghouder is van mening dat eiseres onder meer via deze weg probeert te bewerkstelligen dat de vergunning voor het terras wordt ingetrokken. Slechts een enkele keer staat het menubord of de serveerwagen buiten de terrasgrenzen. Deze attributen zijn nog geen meter hoog, dus het doet niets af aan de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de winkel van eiseres. Het is vergunninghouder niet duidelijk in welk belang eiseres geschaad wordt. Zij stelt zich op het standpunt dat de burgemeester terecht aan haar belangen meer gewicht heeft toegekend dan aan die van eiseres.
Wettelijk kader
4. Ingevolge artikel 125, eerste en derde lid, van de Gemeentewet is de burgemeester bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang.
Op grond van artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.
De voorschriften behorende bij de aan vergunninghouder verleende exploitatievergunning houden onder meer in:
Terrasvoorschriften
(..)
3. U stelt het terrasmeubilair en de overige (semi)permanente voorzieningen binnen de terrasgrenzen op en wel zodanig dat voetgangers en overige verkeersdeelnemers er geen overlast van ondervinden;
4. U wijkt niet af van de afmetingen van het terras;
(..)
Accessoires
(..)
2. Menuborden die hoger zijn dan 1 meter staan direct tegen de gevel geplaatst;
3. Menuborden mogen alleen binnen de terrasgrenzen worden geplaatst;
(..)
Opslag terrasmeubilair
1. Buiten de openstelling van het terras moet het terrasmeubilair inpandig worden opgeslagen of althans zodanig dat men het terras niet meer kan gebruiken;
2. Wanneer inpandig opslaan niet mogelijk is, mag het terrasmeubilair gestapeld (voor de veiligheid maximaal 1.50m hoog) en/of gezekerd worden opgeslagen binnen het aangewezen terrasoppervlak met inachtneming van de vrijlating van vluchtroutes, brandkranen e.d.;
(..).
Beoordeling door de rechtbank
5.1
Eiseres heeft een handhavingsverzoek ingediend, omdat vergunninghouder volgens haar de terrasvoorschriften niet nakomt. Naar aanleiding van dit verzoek is de toezichthouder op 22 augustus 2018 ter plaatse geweest. Hij heeft geconstateerd dat een menubord en een serveerwagen niet binnen de vergunde terraslijnen waren geplaatst. Toen de toezichthouder vergunninghouder daarop aansprak, werden de betreffende goederen direct binnen de vergunde terrasafmetingen gezet. De overtredingen waren opgeheven toen de toezichthouder een minuut later wegging.
5.2
Uit het controlerapport van 22 augustus 2018 blijkt dat sprake was van overtredingen ten tijde van de controle. Dit maakt naar het oordeel van de rechtbank dat het verzoek tot handhaving terecht is gedaan. Er moet immers worden uitgegaan van het (peil)moment waarop de constateringen zijn gedaan en niet van het moment waarop het besluit tot handhaving wordt genomen. De overtredingen werden echter direct ongedaan gemaakt, waardoor de burgemeester geen aanleiding heeft gezien om handhavend op te treden. De rechtbank begrijpt de keuze van de burgemeester om in dit geval van handhaving af te zien. Naar het oordeel van de rechtbank is het beroep van eiseres dan ook ongegrond.
5.3
De rechtbank heeft geconstateerd dat er tussen partijen al langer sprake is van een conflictsituatie en dat er inmiddels meerdere verzoeken tot handhaving zijn ingediend. Naar het oordeel van de rechtbank is van een situatie waarin handhavend moet worden opgetreden nu nog geen sprake. Voor een preventieve last moet een overtreding of het gevaar klaarblijkelijk dreigen. Hiervan is geen sprake. De rechtbank geeft de burgemeester wel in overweging om bij mogelijk toekomstige overtredingen van de terrasvoorschriften een last onder dwangsom op te leggen om herhaling (of telkens separate verzoeken om handhaving) te voorkomen.
Conclusie
6. Het beroep is ongegrond. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van
mr. N. Graumans, griffier, op 7 januari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.