Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
derschap [adres 2] ) (blz. 0151) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid op/in die brief vermeld/weergegeven dat mevrouw [medeverdachte] (zijnde [medeverdachte] ) en de heer [verdachte] (zijnde verdachte) (al) samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren op het adres [adres 2] (vanaf januari 2010) en dat de heer en mevrouw [medeverdachte] (zijnde verdachte en [medeverdachte] ) voornemens zijn samen een nieuwe woonwagen te kopen, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een taakstraf van 40 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
20 dagen.