In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) over de afwijzing van een verzoek tot verlenging van de diplomatermijn voor studiefinanciering. Eiseres, die in augustus 2009 begon met een MBO-opleiding Verpleegkunde, had een prestatiebeurs ontvangen die omgezet zou worden in een gift indien zij haar diploma binnen tien jaar zou behalen. Echter, door persoonlijke en medische omstandigheden, waaronder hartfalen, kon zij haar opleiding niet binnen de gestelde termijn afronden. DUO heeft haar verzoek om verlenging van de diplomatermijn afgewezen, omdat zij van mening was dat eiseres niet tijdig was gestart met haar studie in Nederland en dat de medische omstandigheden niet voldoende waren om de verlenging te rechtvaardigen. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat haar gezondheidsproblemen haar studie in België hebben beïnvloed en dat zij gedwongen was om in Nederland verder te studeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat eiseres niet in staat was om haar studie te volgen door medische omstandigheden na juni 2017. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand was gekomen en heeft het besluit van DUO vernietigd. DUO is opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank.