ECLI:NL:RBZWB:2022:3285

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 juni 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
AWB- 22_2688 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende niet-ontvankelijkheid bezwaar

Op 16 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De verzoekster had beroep ingesteld tegen een besluit van 29 april 2022, waarin haar bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij meende dat er sprake was van een acute noodsituatie.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bestreden besluit betrekking had op een afgesloten periode van 5 tot 31 oktober 2020. Dit leidde tot de conclusie dat een verzoek om voorlopige voorziening voor een dergelijke periode in beginsel niet toegewezen kan worden, tenzij er sprake is van een acute noodsituatie. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat van een acute noodsituatie niet is gebleken, ondanks de door verzoekster aangevoerde omstandigheden in haar brieven van 28 mei en 1 juni 2022.

Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het niet voldoende spoedeisend was. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/2688 WMO15 VV

uitspraak van 16 juni 2022 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 29 april 2022 (bestreden besluit) waarbij haar bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. De voorzieningenrechter stelt vast dat in het bestreden besluit is beslist over de periode van 5 tot 31 oktober 2020. Dit betekent dat het verzoek om voorlopige voorziening ziet op een afgesloten periode in het verleden. Een voorlopige voorziening die betrekking heeft op een dergelijke periode wordt in beginsel niet toegewezen. Dit kan slechts anders zijn indien betrokkene ten gevolge van het bestreden besluit in een acute noodsituatie is geraakt.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat van een acute noodsituatie niet is gebleken. De door verzoekster bij brieven van 28 mei 2022 en 1 juni 2022 aangevoerde omstandigheden leiden niet tot een ander oordeel.
4. Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter het verzoek niet voldoende spoedeisend. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.E.M. Marsé, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, op 16 juni 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.