In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juni 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een omgevingsvergunning voor een melkrundveehouderij. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.E. Dijk, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam, dat op 25 september 2020 een omgevingsvergunning heeft verleend aan vergunninghoudster voor het veranderen van de werking van de melkrundveehouderij aan de [adres] 9 te [plaatsnaam 2]. De vergunning betreft verschillende scenario's voor het aantal dieren en de bijbehorende milieu-eisen, die gefaseerd moeten worden uitgevoerd. Eiseres betwist de rechtszekerheid van de vergunning, omdat niet duidelijk is wanneer de verschillende scenario's van toepassing zijn en welke eisen er gelden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning voldoende duidelijkheid biedt over de scenario's en dat het college zich op het standpunt heeft gesteld dat er geen strijd is met de rechtszekerheid. Eiseres heeft ook aangevoerd dat de vergunning in strijd is met de Wet ammoniak en veehouderij (Wav) en de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV), maar de rechtbank oordeelt dat de IOV niet het toetsingskader vormt voor de omgevingsvergunning. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.