ECLI:NL:RBZWB:2022:3265
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering door UWV en de beoordeling van medische beperkingen
Op 15 juni 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. C.A.F. Haans, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van 27 januari 2021 van het UWV, waarin de aanvraag voor een WIA-uitkering werd geweigerd. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting op 10 februari 2022 gehouden, waarbij eiseres aanwezig was en het UWV vertegenwoordigd werd door een gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de WIA-uitkering aan eiseres per 28 juli 2020 terecht heeft geweigerd. De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV gevolgd, die was gebaseerd op rapportages van een verzekeringsarts en een verzekeringsarts bezwaar en beroep. Eiseres had aangevoerd dat haar psychische klachten onvoldoende waren beoordeeld, maar de rechtbank oordeelde dat het UWV voldoende medische informatie had verzameld en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid.
De rechtbank concludeerde dat eiseres geschikt was voor haar maatmanfunctie en dat er geen recht op een WIA-uitkering bestond. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.