ECLI:NL:RBZWB:2022:3243

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 juni 2022
Publicatiedatum
14 juni 2022
Zaaknummer
AWB- 22_186
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

Op 13 juni 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I. Car, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 1 december 2021, die betrekking had op de herziening van haar algemene bijstandsuitkering over de periode van 1 december 2020 tot en met 30 april 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald.

De rechtbank heeft eiseres eerder verzocht om gegevens over haar inkomen en vermogen in te dienen, omdat zij om vrijstelling van het griffierecht had verzocht in verband met betalingsonmacht. Na beoordeling van de ingediende gegevens concludeerde de rechtbank dat eiseres niet voldeed aan de criteria voor betalingsonmacht, en heeft het verzoek om vrijstelling van het griffierecht afgewezen. Eiseres kreeg vervolgens de gelegenheid om het griffierecht te betalen, maar heeft dit niet binnen de gestelde termijn gedaan.

Als gevolg hiervan heeft de rechtbank het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak, binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/186

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juni 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: mr. I. Car),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 1 december 2021 (het bestreden besluit) inzake de herziening van de algemene bijstandsuitkering van eiseres over de periode 1 december 2020 tot en met 30 april 2021.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
Eiseres heeft om vrijstelling van het griffierecht in verband met betalingsonmacht verzocht. De rechtbank heeft eiseres bij brief van 31 januari 2022 verzocht om gegevens over haar inkomen en vermogen in te dienen. Op 14 februari 2022 heeft eiseres digitaal deze gegevens toegestuurd. Uit de toestuurde gegevens blijkt dat eiseres niet voldoet aan de criteria die gelden voor het aannemen van betalingsonmacht. De rechtbank heeft het verzoek om vrijstelling van het griffierecht bij brief van 14 maart 2022 dan ook afgewezen.
Vervolgens heeft de griffier eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 17 april 2022 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
Eiseres heeft het griffierecht niet (op tijd) betaald. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. M.R. Jouvenaar, griffier, op 13 juni 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.