ECLI:NL:RBZWB:2022:3232
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake maatwerkvoorziening individuele begeleiding
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 10 juni 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiseres heeft bezwaar aangetekend tegen een besluit van 8 september 2021, betreffende de toekenning van een maatwerkvoorziening in de vorm van individuele begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar, dat op 21 oktober 2021 is ingediend. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor verweerder om te beslissen op het bezwaar is overschreden, aangezien verweerder uiterlijk op 13 januari 2022 had moeten beslissen. Eiseres heeft verweerder op die datum in gebreke gesteld, waarna er twee weken zijn verstreken zonder dat er een besluit is genomen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 1.442,-, aangezien er meer dan 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres krijgt ook haar betaalde griffierecht van € 50,- vergoed, evenals een proceskostenvergoeding van € 379,50.