Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 25 januari 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
Beslissing
Rechtsmiddel
Artikel 31 van de Ziektewet
1°.hetgeen uit een vroegere dienstbetrekking als bedoeld in die wet wordt genoten;
2°.de eindheffingsbestanddelen, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen b tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964;
3°een uitkering die de uitkeringsgerechtigde heeft genoten op grond van de aanspraak, bedoeld in artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964, zonder dat er sprake is van onbetaald extra verlof. 10. Indien de uitkeringsgerechtigde: a. een recht op uitkering heeft op grond van de Werkloosheidswet, artikel 29, tweede lid, van de Ziektewet of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel recht bestaat op loondoorbetaling; b. daarnaast een recht op uitkering heeft op grond van de Werkloosheidswet, artikel 29, tweede lid, van de Ziektewet of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel recht bestaat op loondoorbetaling; en c. daarna inkomen als bedoeld in het eerste lid ontvangt uit andere werkzaamheden dan de werkzaamheden waaruit de rechten op uitkering of loondoorbetaling zijn ontstaan,