Bijlage: Juridisch kader
1. Indien de notaris overlijdt, defungeert of zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen zonder medeneming van zijn protocol, wijst Onze Minister, gehoord de KNB, een notaris aan om het protocol en eventueel de overige notariële bescheiden over te nemen. Indien deze bescheiden moeten worden overgenomen door een nieuw benoemde notaris, kan de aanwijzing bij het koninklijk besluit van zijn benoeming plaatsvinden. Bij verordening worden nadere voorschriften gegeven over de wijze waarop de overdracht en de overname van het protocol en de overige notariële bescheiden dienen te geschieden.
1. Het bestuur van de KNB richt een fonds in voor de vergoeding van kosten die verband houden met een overname als bedoeld in artikel 15 of waarneming als bedoeld in artikel 29a. Uit dit fonds worden in ieder geval kosten vergoed die in redelijkheid niet ten laste behoren te komen van de waarnemer of de notaris die het protocol toegewezen heeft gekregen en noodzakelijk zijn voor een goede ambtsuitoefening met betrekking tot het protocol, waarvoor de waargenomen onderscheidenlijk gewezen notaris geen verhaal biedt. Uit het fonds worden voorts tekorten op bijzondere rekeningen als bedoeld in artikel 25 vergoed.
2. Ter financiering van het fonds kan het bestuur van de KNB een bijdrage aan de leden van de KNB opleggen.
3. Het bestuur van de KNB stelt een reglement op met de werkwijze van het fonds en de voorwaarden waaronder uitkeringen uit het fonds plaatsvinden. In dit reglement wordt in ieder geval bepaald dat het fonds altijd over voldoende middelen moet beschikken om aan de gestelde doelen te kunnen voldoen. Bij de inrichting van het fonds draagt het bestuur van de KNB er zorg voor dat de werkwijze van het fonds voor de leden van de KNB controleerbaar is.
VERORDENING OVERDRACHT PROTOCOL
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder
a. protocolhouder: de notaris dan wel na defungeren de gedefungeerde notaris, of diens rechtverkrijgenden of rechtsvertegenwoordiger(s), dan wel de waarnemer benoemd in de gevallen van artikel 28 onderdelen c, d en e Wet op het notarisambt waarbij een overdracht heeft plaatsgevonden;
b. protocolontvanger: de notaris die op grond van artikel 15 lid 1 Wet op het notarisambt is aangewezen het protocol en de overige notariële bescheiden over te nemen indien een notaris overlijdt, defungeert of zich vestigt buiten net arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen, de notaris voor wie is waargenomen na beëindiging van de waarneming als bedoeld in artikel 28 onderdeel c indien daarbij een overdracht heeft plaatsgevonden, dan wel de waarnemer benoemd in de gevallen van artikel 28 onderdelen c. d en e Wet op het notarisambt aan wie een overdracht moet plaatsvinden;
c. overdracht: de overdracht en de overname van het protocol en van de overige notariële bescheiden in de zin van artikel 15 lid 1 en artikel 29 lid 10 Wet op het notarisambt.
Artikel 3
De overdracht dient plaats te vinden zo spoedig mogelijk nadat de verplichting daartoe is ontstaan.
BELEIDSREGEL PROTOCOLLEN NOTARIAAT
2. Verantwoordelijkheid voor het protocol
Het protocol is in beheer van de notaris die het ambt, waar het beheer van het protocol deel van uitmaakt, voor eigen rekening en risico uitoefent. Indien de notaris overlijdt, defungeert of wijzigt van vestigingsplaats zonder medeneming van zijn protocol, wijst Onze Minister, gehoord de KNB, een notaris aan om het protocol en de overige notariële bescheiden over te nemen. Dit is geregeld in artikel 15 van de Wna. De KNB heeft in de Verordening overdracht protocol nadere regels gesteld over de overdracht van het protocol. Vanuit het stelsel van de Wna is bepaald dat het beheer van een protocol altijd bij een notaris moet zijn belegd door middel van toewijzing van het protocol dan wel door waarneming van het protocol door een notaris.
Voor de gevallen waar het uitgangspunt dat de ambtsuitoefening voor rekening en risico van de notaris is voor de individuele opvolgende notaris onredelijk uitpakt, is de KNB in artikel 88a van de Wna opgedragen een financieel vangnet te creëren door de inrichting van een kwaliteitsfonds. De niet verhaalbare, noodzakelijke kosten om een protocol op orde te brengen en daarmee (de continuïteit van) de goede notariële dienstverlening te garanderen, kunnen door dit fonds worden gecompenseerd. Deze compensatie berust bij de KNB vanuit de gedachte dat het notariaat uiteindelijk een collectieve verantwoordelijkheid heeft voor de aan haar exclusief opgedragen ambtelijke taken draagt. Niettemin is en blijft de (gedefungeerd) notaris verantwoordelijk voor de kosten die voortvloeien uit de overname van diens protocol. Er rust dan ook op de notaris die een protocol achterlaat een grote verantwoordelijkheid om zijn of haar protocol tijdig op orde te brengen en goed verzorgd achter te laten.
3. Openstelling protocol en overname protocol bij defungeren of wijziging vestigingsplaats
(…) Het is de verantwoordelijkheid van de vertrekkend notaris om te zorgen voor een goede waarneming van zijn protocol. Indien zich geen notaris meldt voor overname van het protocol of indien het benoemingsverzoek van een kandidaat-notaris niet tot benoeming leidt, ligt toewijzing van het protocol aan een kantoorgenoot, associé of nabij gevestigde notaris in de rede.
Indien meerdere (kandidaat-)notarissen een verzoek doen om toewijzing van een vrijgekomen protocol of indien zich geen opvolger op het protocol meldt, neemt de Minister voor Rechtsbescherming een gemotiveerde beslissing ten aanzien van de toewijzing van het protocol. Zoals bepaald in artikel 15 van de Wna vindt toewijzing van een protocol niet plaats zonder dat aan de KNB is verzocht een schriftelijk gemotiveerd advies uit te brengen. De KNB heeft dan één maand de tijd om advies uit te brengen. Indien de KNB geen of een – in de ogen van de Minister voor Rechtsbescherming – onvoldoende gemotiveerd advies uitbrengt dan zal de minister het protocol toewijzen. Bij de beslissing tot toewijzing kunnen de volgende overwegingen een rol spelen (opsomming is niet cumulatief en niet limitatief):
- nabijheid van het notariskantoor in verband met bereikbaarheid van het protocol;
- specialisatie van het notariskantoor;
- eerdere betrokkenheid bij het protocol (bijvoorbeeld als waarnemer of kantoorgenoot).