Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 mei 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam 1] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Op 21 oktober 2021 heeft het college vervolgens aan eiser een last onder dwangsom opgelegd wegens het overtreden van artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 32.1.1.1 van de planvoorschriften. Eiser wordt de last opgelegd de overtreding op de percelen uiterlijk 1 januari 2021 te beëindigen en beëindigd te houden. Dit kan eiser doen door:
Bestreden besluit
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
21 september 2021.
6 juli 2021 het college heeft aangegeven dat om deze reden niet het gehele dwangsombedrag wordt ingevorderd. En ook in de nieuwe last onder dwangsom van 21 september 2021 maakt het college dit onderscheid. Dit laat echter onverlet dat in het bestreden besluit de hoogte van de opgelegde dwangsom niet is aangepast, terwijl dit wel in de rede had gelegen nu het aantal overtredingen waarvoor eiser als overtreder wordt aangemerkt minder is geworden. Aan de last zoals gehandhaafd in het bestreden besluit kleeft dan ook een gebrek.
mr. E.A. Vermunt, griffier, op 31 mei 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.