4.3.1De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Verdachte heeft het aan hem tenlastegelegde feit bekend. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd tijdens de zitting van 19 mei 2022;
- de aangifte van [slachtoffer], opgenomen op pagina 25 tot en met 34 van het proces-verbaal geregistreerd onder onderzoeksnummer: ZB2R021083 / Medirest, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche De Markiezaten;
- het ambtsedig proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer], opgenomen op pagina 35 tot en met 45 van het proces-verbaal geregistreerd onder onderzoeksnummer: ZB2R021083 / Medirest, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche De Markiezaten;
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 141 tot en met 143 van het proces-verbaal geregistreerd onder onderzoeksnummer: ZB2R021083 / Medirest, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche De Markiezaten;
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone verdachte [verdachte], opgenomen op pagina 148 tot en met 154 van het proces-verbaal geregistreerd onder onderzoeksnummer: ZB2R021083 / Medirest, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche De Markiezaten;
- het ambtsedig proces-verbaal van bevindingen analyse Samsung S7 telefoon verdachte [medeverdachte], opgenomen op pagina 281 tot en met 295 van het proces-verbaal geregistreerd onder onderzoeksnummer: ZB2R021083 / Medirest, van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, districtsrecherche De Markiezaten.
Aangever heeft verklaard dat verdachte bij het plegen van het feit een mes aan hem heeft getoond. Dit deel van de tenlastelegging wordt door verdachte ontkend. De rechtbank heeft echter geen reden om te twijfelen aan de aangifte. Er is door aangever consistent verklaard en alle overige handelingen waarover door aangever is verklaard, worden bevestigd door bewijsmiddelen in het dossier. Daarnaast voelt de rechtbank zich gesterkt in haar overtuiging dat verdachte aan aangever een mes heeft getoond door de ter zitting afgelegde verklaring van verdachte dat hij die dag een mes bij zich had, alsmede door de door aangever gegeven omschrijving van het mes, welke past bij de foto van het mes die is aangetroffen in de telefoon van verdachte. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte aan aangever een mes heeft getoond.
De rechtbank acht niet bewezen dat aangever met een hard voorwerp is geslagen en zal verdachte van dat gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een straatroof, zoals ten laste is gelegd.