ECLI:NL:RBZWB:2022:2951
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en wijziging kinderalimentatie in een familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 mei 2022 uitspraak gedaan in een familierechtelijke procedure betreffende de beëindiging van gezamenlijk gezag en wijziging van kinderalimentatie. De man en de vrouw, die van 29 november 2001 tot 21 mei 2019 met elkaar gehuwd zijn geweest, hebben samen twee minderjarige kinderen. De vrouw verzoekt om het eenhoofdig gezag over de minderjarigen, terwijl de man verzoekt om de kinderalimentatie te verlagen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 4 april 2022, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren, evenals een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen, gezien hun leeftijd, in staat waren hun mening te uiten tijdens een kindgesprek. De vrouw heeft aangevoerd dat gebeurtenissen uit het verleden een grote impact hebben gehad op de minderjarigen en dat het in hun belang is dat zij alleen het gezag over hen uitoefent. De man heeft erkend dat zijn verleden invloed heeft gehad op de kinderen, maar hoopt in de toekomst weer een vader voor hen te kunnen zijn.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige [voornaam 2] noodzakelijk is dat de vrouw alleen het gezag over haar uitoefent, gezien de impact van het verleden. Voor [voornaam 1] is er echter geen wettelijke grond om het gezamenlijk gezag te beëindigen, en het verzoek van de vrouw om het eenhoofdig gezag over hem te verkrijgen is afgewezen. Daarnaast is de kinderalimentatie gewijzigd, waarbij de man vanaf 1 mei 2022 een lagere bijdrage zal betalen, en is er een regeling getroffen voor de achterstallige betalingen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.