Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 mei 2022 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
16 december 2020. Het college stelt dat de last wel degelijk heeft gewerkt nu er na die datum geen nieuwe incidenten hebben plaatsgevonden. Het is nodig om een stok achter de deur te hebben. Voordat de last werd opgelegd was er door eiseres geen controle op het gebruik van de woning en tuin door [naam client] . Dit klemt te meer nu [naam client] een cliënt met een zorgindicatie is, die door eiseres wordt begeleid. Gelet op de gedragsproblematiek van [naam client] lag er bij eiseres een extra verplichting om voldoende toezicht te houden.
hoeeiseres daarvoor moet zorgen. Naar het oordeel van de rechtbank vereist de rechtszekerheid in dit geval dat het college deze plicht nader concretiseert. Zo blijkt uit de last niet of deze uitsluitend ziet op brandgevaarlijke situaties, of ook op overige gevaarlijke situaties. Volgens het college is de last erop gericht dat door voldoende toezicht een nieuwe overtreding van de zorgplicht van artikel 1a, tweede lid, van de Woningwet wordt voorkomen. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de opgelegde last onvoldoende wanneer sprake zal zijn van het houden van voldoende toezicht om overtreding van de zorgplicht te voorkomen en te voldoen aan de last. Het houden van voldoende toezicht is een open norm die – zonder nadere uitwerking – aanleiding kan geven tot interpretatieproblemen. Eiseres tast in het duister welke maatregelen nodig zijn om te kunnen spreken van voldoende toezicht teneinde verbeurte van dwangsommen te voorkomen. Anders dan in de voetnoot genoemde uitspraak [2] heeft het college geen enkele maatregel genoemd die eiseres zou kunnen treffen, laat staan dat het college concretiseert welk pakket van maatregelen eiseres dient te nemen om aan de last te voldoen. Dit klemt te meer nu eiseres - onweersproken - heeft gesteld dat zij, voordat de last is opgelegd, maatregelen heeft getroffen om het toezicht op de woning te intensiveren. Hierop heeft het college enkel gereageerd door te stellen dat dit een positieve ontwikkeling is, maar dat een last onder dwangsom als stok achter de deur dient. Het college laat echter na om aan te geven waarom deze maatregelen onvoldoende zijn en welke maatregelen daarnaast noodzakelijk worden geacht. Gelet hierop is het voor eiseres niet duidelijk wanneer wordt voldaan aan de last. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de last onder dwangsom in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. De beroepsgrond slaagt.
Beslissing
€ 1.518,-.
mr. E.A. Vermunt, griffier, op 31 mei 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.