ECLI:NL:RBZWB:2022:2906
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bestemmingsplan en gebruik van bedrijfswoning in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een woning in [plaatsnaam 1], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis. De zaak betreft de handhaving van een last onder dwangsom die aan eiser was opgelegd voor het gebruik van een bedrijfswoning in strijd met het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Eiser had in beroep aangevoerd dat hij niet wist dat hij in strijd handelde met het bestemmingsplan, omdat hij in de bedrijfswoning woonde zonder binding met het bedrijf. Het college had eerder een verzoek tot handhaving ontvangen van een derde partij, die stelde dat eiser de bedrijfswoning bewoonde zonder enige band met het agrarische bedrijf. De rechtbank oordeelde dat het college bevoegd was om handhavend op te treden, omdat er sprake was van een overtreding van de Wabo en het bestemmingsplan. Eiser had kunnen weten dat hij handelde in strijd met het bestemmingsplan, aangezien hij op de hoogte was van de bestemming van de woning. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de handhaving door het college.