ECLI:NL:RBZWB:2022:273

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
24 januari 2022
Zaaknummer
AWB-21_4521
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake omgevingsvergunning voor airco-unit

Op 21 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eisers, [naam eiser 1] en [naam eiser 2], beroep hebben ingesteld tegen een besluit over het verlenen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een airco-unit op [adres] te [plaatsnaam]. Het beroep is ingesteld op 13 oktober 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eisers het verschuldigde griffierecht van € 181,- niet tijdig hebben betaald. De griffier heeft eisers herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar eisers hebben geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim. Hierdoor heeft de rechtbank besloten om zonder zitting uitspraak te doen, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/4521

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 januari 2022 in de zaak van

[naam eiser 1] en [naam eiser 2] , uit [plaatsnaam] , eisers.

Procesverloop

Eisers hebben op 13 oktober 2021 beroep ingesteld tegen een besluit inzake het verlenen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een airco-unit bij [adres] te [plaatsnaam] .

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 181,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 26 november 2021 eisers in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
Eisers hebben het griffierecht niet (op tijd) betaald.
Eisers hebben geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van C.A.F. Kalb, griffier, op 21 januari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.