In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 april 2022 uitspraak gedaan over de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren op 9 mei 2005. De kinderrechter betreurt het dat er nog geen open groep voor de minderjarige is gevonden, ondanks dat hij zijn doelen op de gesloten groep al heeft bereikt. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging gesloten jeugdhulp voor een periode van twee maanden te verlenen, met de verwachting dat de gecertificeerde instelling (GI) binnen deze periode een passende vervolgplek voor de minderjarige zal vinden. De kinderrechter benadrukt dat een tijdelijke overstap naar een andere (crisis)groep niet in het belang van de minderjarige is, omdat dit kan leiden tot een terugval in zijn ontwikkeling. De GI had eerder al aangegeven dat de minderjarige extra ondersteuning nodig heeft, vergelijkbaar met die van mensen met een lichtverstandelijke beperking. De kinderrechter heeft de GI aangespoord om met de grootst mogelijke voortvarendheid naar een open groep te zoeken, en heeft het resterende deel van het verzoek afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.