Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam 1] , eiser
de burgemeester van de gemeente Tilburg, verweerder.
Procesverloop
[naam vertegenwoordiger] aanwezig.
Overwegingen
13 januari 2020.
Op 29 oktober 2020 deelt de burgemeester aan eiser mee dat hij een dwangsom heeft verbeurd en dat het voornemen bestaat om de dwangsom te gaan invorderen. Eiser is in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen. Op 11 november 2020 heeft eiser dit gedaan. Op 8 december 2020 besluit de burgemeester over te gaan tot invordering van de verbeurde dwangsom van € 1.000,-. Op 6 januari 2021 heeft eiser tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
€ 1.000,- is verbeurd. Deze wordt terecht ingevorderd. Er zijn geen redenen om hiervan af te zien.
27 januari 2021. Volgens eiser is er geen bedrijfsmatig karakter van de seksactiviteiten waardoor geen sprake is van het exploiteren van een seksinrichting. Zo heeft de woning op geen enkele wijze de ruimtelijke uitstraling van bedrijfsmatige prostitutie en de hoofdfunctie van de woning (woonadres van eiser) is nooit gewijzigd. Daarnaast is er ook geen omvang van het aantal klanten dat duidt op ‘bedrijfsmatigheid’. De enkele omstandigheid dat de aangetroffen persoon op13 januari 2020 een klant zou zijn, laat zien dat – indien en voor zover al sprake zou zijn van prostitutie – dit incidenteel is en er geen sprake is van een bedrijfsmatig karakter. Verder voldoet de woning niet aan de definitie van ‘seksinrichting’ zoals omschreven in artikel 97 van de APV. Indien en voor zover er al enige seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, benadrukt eiser dat hij hier op geen enkele manier van op de hoogte was. Weliswaar liet eiser de dames overnachten, maar hij was niet op de hoogte van hun bezoek en de reden van dit bezoek. Tot slot merkt eiser op dat de burgemeester stelt dat óók sprake zou zijn van strijd met het bestemmingsplan. Deze stelling is door de burgemeester niet nader onderbouwd.
26 en 27 november 2019 en 13 januari 2020, vermeld op het controleblad en het mutatierapport van de politie van 13 januari 2020. De rechtbank stelt vast dat eiser niet zo zeer de bevindingen uit de rapportage en het mutatierapport betwist, maar vooral de conclusies die de burgemeester hieruit heeft getrokken.
Daarbij acht de rechtbank ook van belang dat zowel de vrouw op 26 januari 2019 als de prostitué op 13 januari 2020 allebei een advertentie hadden geplaatst op [naam website] .
“Meneer had via een vriend [naam vriend] uit [plaatsnaam 2] het verzoek gekregen om deze ‘vrouw’ even voor 2 dgn onderdak te geven.”Deze verklaring, afgezet tegenover de verklaring van de prostitué en de aangetroffen spullen in de woning, acht de rechtbank onvoldoende om te concluderen dat eiser er niet van op de hoogte was of op zijn minst had moeten zijn dat in zijn woning prostitutie plaatsvond. Daarnaast is de grootte van de woning van belang. Uit de bevindingen blijkt dat sprake is van een woning van gemiddelde grootte. Verder heeft de burgemeester van belang mogen achten dat eiser zowel op 26 november 2019 als op 13 januari 2020 thuis was.
14 oktober 2020 en het mutatierapport van de politie van 15 oktober 2020 ten grondslag gelegd. Hieruit blijkt dat de controle wederom werd gehouden aan de [adres] 37 en dat dit naar aanleiding was van een advertentie op [naam website] van een dame die zich kenbaar maakt onder de naam [naam vrouw] (hierna: de vrouw). Via Whatsapp heeft de politie een gesprek met deze vrouw en zij geeft vervolgens het adres van de woning. De vrouw doet in lingerie de deur open. Vervolgens heeft zij verklaard dat ze gratis bij eiser een paar dagen logeert en dat zij vrijwillig prostituee is. Uit de bevindingen van de politie blijkt onder meer dat de vrouw zich in een slaapkamer bevindt met een opgedekt tweepersoonsmatras, dat er glijmiddel, hakken, condooms, vrouwelijke cosmeticaproducten, vochtige doekjes en een rolkoffertje aanwezig zijn en dat zij € 100,- vraagt voor een dienst van een halfuur. Ook zijn er foto’s bijgevoegd van de appgesprekken tussen de politie en de vrouw alsmede van de advertentie op [naam website] . Tijdens deze controle was eiser wederom aanwezig.
Beslissing
mr. R.V. van Vliet, griffier, op 17 mei 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.