ECLI:NL:RBZWB:2022:2582

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
11 mei 2022
Zaaknummer
AWB- 21_1059
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de toekenning van Hulp aan Huis op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Op 11 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Eiseres had eerder een indicatie voor 180 minuten Hulp aan Huis per week, maar het college heeft dit beleid gewijzigd en per 24 maart 2021 een nieuwe indicatie van 125 minuten per week toegekend. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarna het college het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaarde en 155 minuten per week toekende. Eiseres heeft beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat zij recht heeft op meer uren hulp vanwege haar medische situatie, waaronder astma en reuma.

Tijdens de zitting op 7 april 2022 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eiseres voerde aan dat het college onvoldoende had gemotiveerd waarom 155 minuten per week voldoende zou zijn, gezien haar beperkingen. De rechtbank overwoog dat het college het beleid had gewijzigd en dat de toekenning van hulp per individueel geval beoordeeld wordt. De rechtbank concludeerde dat de toekenning van 155 minuten per week Hulp aan Huis toereikend was om de woning schoon en leefbaar te houden, en dat er geen extra ondersteuning nodig was op basis van de medische situatie van eiseres en haar man.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 11 mei 2022, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/1059 WMO15

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres

gemachtigde: mr. T.M. ten Velde,
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg (het college),verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 10 december 2020 (primair besluit) heeft het college per 24 maart 2021 Hulp aan Huis voor 125 minuten per week aan eiseres toegekend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
In het besluit van 28 januari 2021 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit gedeeltelijk gegrond verklaard. Daarbij heeft het college bepaald dat eiseres recht heeft op 155 minuten per week Hulp aan Huis.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 7 april 2022. Hierbij waren aanwezig de gemachtigde van eiseres en namens het college mr. N.C.J.P. Melsen.

Feiten en omstandigheden

1. Eiseres had vanaf 24 december 2018 een indicatie voor de algemene voorziening Hulp aan Huis voor maximaal 180 minuten per week. Met ingang van 1 januari 2020 is het beleid van het college gewijzigd en is voor de algemene voorziening een maatwerkvoorziening op grond van de Wmo in de plaats gekomen.
Om te beoordelen of eiseres in aanmerking komt voor de maatwerkvoorziening heeft er op 13 oktober 2020 een telefonisch keukentafelgesprek met eiseres plaatsgevonden. De uitkomst van dat gesprek is vastgelegd in een Plan van Aanpak, dat eiseres enkel voor gezien heeft getekend. Op basis van dat plan heeft het college het primaire besluit genomen. Daarin heeft het college de algemene voorziening met ingang van 23 maart 2021 beëindigd en 125 minuten per week Hulp aan Huis aan eiseres toegekend voor de periode van 24 maart 2021 tot en met 31 maart 2026. Eiseres heeft hier bezwaar tegen gemaakt.
In het bestreden besluit heeft het college het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard. Voor het schoon en leefbaar houden van het huis is de basismodule van 125 minuten toegekend. Omdat eiseres astma en een allergie heeft en haar partner COPD, is het van belang dat de woning wekelijks goed schoongemaakt wordt. Daarom wordt er 30 minuten per week extra toegekend.

Beroepsgronden

2. Eiseres voert aan dat het onbegrijpelijk is dat er minder uren huishoudelijke hulp worden toegekend dan voorheen. Het college heeft onvoldoende gemotiveerd waarom 155 minuten per week Hulp aan Huis voldoende wordt geacht. Volgens eiseres had het college vanwege haar beperkingen en aandoeningen 60 minuten extra moeten toekennen. Zij lijdt aan een progressieve aandoening (reuma) en wordt ouder, zodat er in de toekomst nog meer hulp nodig zal zijn. Ter nadere onderbouwing heeft zij een brief van longarts [naam longarts] van 27 oktober 2020 overgelegd waaruit blijkt dat zij bekend is met sterke bronchiale hyperreactiviteit bij allergisch astma bronchiale. Ook heeft zij een bericht van het ziekenhuis van 28 mei 2021 overgelegd waaruit blijkt dat bij haar man een deel van de darm is verwijderd.

Wettelijk kader

3. Artikel 2.3.1 van de Wmo bepaalt dat het college ervoor zorg draagt dat aan personen die daarvoor in aanmerking komen een maatwerkvoorziening wordt verstrekt.
Artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo bepaalt dat het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Van toepassing is de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2020 (de verordening).
Artikel 4.5, eerste lid, van de verordening bepaalt dat bij de toekenning van ondersteuning bij het huishouden in de vorm van een maatwerkvoorziening het college zich op één of meerdere van de volgende resultaten richt:
a. het schoon en leefbaar houden van de woning;
b. het beschikken over schone en draagbare kleding.
In het vierde lid is bepaald dat een cliënt (…) niet in aanmerking komt voor ondersteuning bij het huishouden als hij zelf, of met behulp van zijn partner/gezin of sociale netwerk de resultaten zoals genoemd in lid 1 kan behalen.
In het vijfde lid is bepaald dat het college nadere regels stelt.
Tevens is van toepassing het Besluit maatschappelijke ondersteuning Tilburg 2020 (het besluit).
Artikel 4.2 van het besluit bepaalt dat de maatwerkvoorziening Hulp bij het Huishouden uit gaat van een modulair systeem met drie onderdelen:
• Basisuren voor een schoon en leefbaar huis
• Aanvullende uren voor wasverzorging
• Aanvullende uren schoon en leefbaar huis
Voor het bepalen van het aantal benodigde uren/minuten voor Hulp aan Huis wordt gebruik gemaakt van blokkenschema uit bijlage 4. In de beschikking wordt het gemiddelde aantal uren/minuten per week opgenomen.

Overwegingen

4. Vooropgesteld dient te worden dat het enkele feit dat eiseres voorheen 180 minuten hulp bij het huishouden toegekend heeft gekregen, niet maakt dat het college dit dient te handhaven. Het beleid is gewijzigd en het college beoordeelt nu in lijn met de Wmo per individueel geval en op basis van het beleid wat er nodig is om de woning schoon en leefbaar te houden. Ter zitting heeft het college desgevraagd nader toegelicht hoe dit nieuwe beleid tot stand is gekomen. Eiseres heeft daar geen gronden tegen aangevoerd.
5. Het beleid van het college ten aanzien van Hulp aan Huis is gebaseerd op het Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019 van Bureau HHM. Eiseres heeft niet betwist dat het college dit normenkader aan het beleid ten grondslag heeft kunnen leggen.
In het beleid van het college staat dat voor een volledige overname van de werkzaamheden voor een schoon en leefbaar huis als basis 125 minuten per week hulp in het huishouden toereikend zijn. Er kunnen aanvullende minuten nodig zijn gelet op de beperkingen en belemmering van de persoon in kwestie, de samenstelling van het huishouden, extra vervuiling door een hulphond, of de kenmerken van de woning. Zo kan het nodig zijn de woning extra goed schoon te maken ter voorkoming van problemen bij iemand met bijvoorbeeld COPD. Dit wordt echter per individueel geval bekeken; de enkele aanwezigheid van deze kenmerken leidt niet automatisch tot meer inzet. De hoeveelheid extra ondersteuning die nodig is, is bepalend, niet de problematiek als zodanig.
6. Eiseres stelt dat er in haar geval extra uren nodig zijn vanwege zijn medische situatie, waarbij zij met name wijst op haar astma en allergieën en de COPD van haar man.
Dat eiseres en haar man hieraan lijden was echter bekend bij het college en daarmee is rekening gehouden bij het opstellen van het Plan van Aanpak. Bij het bestreden besluit zijn hiervoor 30 minuten extra toegekend, omdat de woning wekelijks goed gestofzuigd en gestoft dient te worden. Eiseres heeft niet onderbouwd dat er meer ondersteuning nodig is. Niet gebleken is dat de (progressieve) aandoeningen van eiseres of de medische situatie van haar man extra schoonmaak vereisen. Ook is er niet gewezen op kenmerken van de woning die dit noodzakelijk maken. Daarom is de rechtbank van oordeel dat 155 minuten per week Hulp aan Huis toereikend moet worden geacht om de woning schoon en leefbaar te houden.
7. Eiseres heeft aangegeven dat zij het fijn zou vinden als de woning twee keer per week stofvrij gemaakt zou worden. Deze wens ziet echter niet op het bestreden besluit zelf maar op de uitvoering daarvan, zodat de rechtbank daar niet over kan oordelen. Bovendien heeft het college in het verweerschrift van 28 maart 2022 en ter zitting toegelicht dat uit het contact met T-zorg is gebleken dat ook toen eiseres 180 minuten per week Hulp aan Huis had, de hulp één keer per week kwam schoonmaken. Daaruit kan worden opgemaakt dat het, ondanks de klachten van eiseres en haar man, niet nodig is de woning twee keer per week stofvrij te maken.
8. Het beroep is ongegrond.
9. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, op 11 mei 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.