ECLI:NL:RBZWB:2022:2524
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de bestuursrechter in geschil over terugvordering bijstandsverlening
Op 3 mei 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De zaak betreft een terugvordering van bijstandsverlening door de gemeente, waarbij de eiser in beroep ging tegen een besluit van het college. Het college had in een brief van 12 november 2021 aangegeven dat zij de email van de eiser van 30 augustus 2021 niet had ontvangen en dat er geen dwangsom verschuldigd was. De eiser had eerder, op 19 november 2021, beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft besloten om de behandeling ter zitting achterwege te laten, zoals toegestaan onder artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat er al enige tijd een discussie gaande was tussen de eiser en het college over de vraag of de terugvordering van bijstand was verjaard. De eiser had in een email van 30 augustus 2021 om kopieën van stuitingsbrieven gevraagd, maar de rechtbank oordeelde dat dit verzoek niet kwalificeerde als een aanvraag in de zin van de Awb. Het verzoek was eerder een verzoek om informatie en niet om een besluit te nemen.
Hierdoor concludeerde de rechtbank dat het college niet verplicht was om een besluit te nemen op het verzoek van de eiser. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen, omdat alleen tegen besluiten bezwaar kan worden gemaakt en beroep kan worden ingesteld. De uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, in aanwezigheid van griffier D. Alblas, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.