In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige onder toezicht is gesteld van de Gecertificeerde Instelling (GI) en dat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De ouders van [minderjarige] zijn al geruime tijd in conflict, wat leidt tot een onduidelijke situatie voor de minderjarige. De kinderrechter heeft de GI verzocht om meer inzicht te krijgen in de opvoedsituatie van de vader, die de wens heeft geuit om bij hem te wonen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 30 april 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing op behandelgroep [naam] tot 30 juli 2022. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de minderjarige de nodige duidelijkheid kan krijgen over zijn verblijfplaats en toekomst.