ECLI:NL:RBZWB:2022:2330
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake compensatie Catshuisregeling
Op 28 april 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. S.C. Scheermeijer, een voorlopige voorziening heeft verzocht. Dit verzoek was gericht tegen de weigering van de Belastingdienst/Toeslagen om een forfaitair bedrag van € 30.000,00 aan compensatie te betalen in het kader van de Catshuisregeling. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 18 maart 2022, waarin de Belastingdienst weigerde deze compensatie te verstrekken. Tijdens de zitting op 26 april 2022 heeft verzoeker zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat zijn spoedeisend belang vooral lag in het verkrijgen van de status van gedupeerde, wat hem zou helpen om rust te krijgen van zijn schulden. De voorzieningenrechter heeft echter overwogen dat verzoeker zich al had gemeld bij het Brede Hulpteam, waardoor de invordering van zijn publieke schulden was stopgezet. De voorzieningenrechter concludeerde dat er op dat moment geen acute financiële noodsituatie was en dat het verzoek om voorlopige voorziening daarom moest worden afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.M. van Hees, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.