Uitspraak
wonende aan de [adres]
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
2 maart 2015 en dat verdachte op dat moment is aangehouden en verhoord, waarna de zaak volgens de officier van justitie blijkbaar al in mei 2016 is aangeboden aan de rechtbank. Dit betekent dat de redelijke termijn in deze zaak met meer dan 4,5 jaar is overschreden. Een overschrijding die in dit geval niet aan verdachte kan worden toegerekend.
4.De beslissing
de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolgingvan verdachte.
5.Bijlage I
hij op of omstreeks 2 maart 2015 te Roosendaal/ althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten
het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in
artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, een hoeveelheid van (ongeveer) 4,6 kilogram
hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal
bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van
die wet;
art 3 ahf/ond A Opiumwet
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (ongeveer) 4,6 kilogram
hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 3 ahf/ond B Opiumwet
hij op of omstreeks 2 maart 2015 te (Eikenlaan 20b te) Roosendaal, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig
heeft gehad (ongeveer) 337 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer
dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst II;
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 11 lid 2 Opiumwet