Op 14 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 18 mei 2020 door het college is verleend voor de verbouwing van een kantoor tot vijf appartementen. Eiser, die bezwaar had gemaakt tegen deze vergunning, heeft op 8 april 2021 beroep ingesteld. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld, waarbij het college stelde dat het beroep te laat was ingediend. De rechtbank concludeert dat de beslissing op bezwaar van 18 november 2020 als besluit moet worden aangemerkt, waartegen eiser tijdig beroep had moeten instellen. De rechtbank oordeelt dat eiser in verzuim is geweest met het indienen van zijn beroep, ondanks de aangevoerde omstandigheden. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook de andere besluiten die door eiser zijn bestreden, zoals de beslissing van 12 januari 2021 en de brief van 1 april 2021, niet-ontvankelijk verklaard. Hierdoor blijft de verleende omgevingsvergunning in stand en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.