Op 5 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde van UnitedLegal, en het dagelijks bestuur van Werkplein Hart van West-Brabant. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor inkomensondersteuning op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo 4). In het primaire besluit van 6 mei 2021 werd de aanvraag afgewezen, en het bezwaar daartegen werd in het bestreden besluit van 21 juli 2021 ongegrond verklaard. Eisers hebben beroep ingesteld tegen dit besluit, maar hun verzoek om een voorlopige voorziening werd eerder afgewezen op 1 oktober 2021.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers op de aanvraagdatum niet voldeden aan de vereisten voor de Tozo 4 uitkering, omdat hun bedrijf, [naam bv] B.V., op dat moment niet meer ingeschreven stond bij de Kamer van Koophandel. Eisers voerden aan dat er sprake was van een overgang van onderneming naar [naam bv2] B.V., maar de rechtbank oordeelde dat dit niet aannemelijk was gemaakt. De rechtbank concludeerde dat Werkplein terecht had besloten dat eisers niet in aanmerking kwamen voor de Tozo 4 uitkering, aangezien de inschrijving bij de KvK een wettelijke vereiste is. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.