ECLI:NL:RBZWB:2022:1632

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 april 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
02/800019-07
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van een prelinguaal dove man met schizofrenie en frotteurismestoornis

Op 4 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een prelinguaal dove man, geboren in 1971, die ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en het verzoek tot beëindiging van de verpleging afgewezen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de adviezen van deskundigen en de officier van justitie, die allen wezen op het aanhoudende recidivegevaar en de noodzaak van behandeling. De betrokkene heeft een complexe problematiek, waaronder schizofrenie en een frotteurismestoornis, en heeft intensieve begeleiding en structuur nodig. De rechtbank constateerde dat er geen geschikte woonvoorzieningen zijn voor de betrokkene, wat zijn resocialisatie bemoeilijkt. De rechtbank benadrukte het belang van een adequate behandeling en begeleiding, en dat de huidige situatie niet in het voordeel van de betrokkene is. De rechtbank zal over een jaar opnieuw de stand van zaken van het behandeltraject beoordelen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800019-07
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 4 april 2022
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats]
ingeschreven op het adres [adres]
).

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het Pro-Justitiarapport van extern psychiater [psychiater 1] , gedateerd 13 januari 2022;
- het rapport van Trajectum, FPK de Beuken, van 26 januari 2022, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] vanaf week 36 van 2021 tot en met week 2 van 2022;
- het Pro-Justitiarapport van extern psycholoog [psycholoog] , gedateerd 28 februari 2022;
- de vordering van de officier van justitie van 1 maart 2022, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 10 april 2008 is [betrokkene] wegens overtreding van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht veroordeeld tot de maatregel tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met verpleging van overheidswege is op 25 april 2008 begonnen en is sindsdien steeds verlengd. De tbs met verpleging van overheidswege is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 7 mei 2020 met twee jaar verlengd, welke beslissing is bevestigd door de beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 5 november 2020.
Tijdens het onderzoek in de openbare raadkamer van de rechtbank van 21 maart 2022 heeft de officier van justitie, mr. E. van Aalst haar standpunt naar voren gebracht. Daarnaast is [betrokkene] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld. [betrokkene] is tevens bijgestaan door een tolk gebarentaal, de heer [tolk] (tolknummer [nummer] ). Voorts heeft deskundige [psychiater 2] , psychiater bij Trajectum, haar visie gegeven op het behandeltraject.

3.Het advies van Trajectum

[betrokkene] is een prelinguaal dove man van Antilliaanse afkomst. Er is sprake van ernstige affectieve, pedagogische, communicatieve, cognitieve en schoolse tekorten, waardoor hij sociaal en emotioneel functioneert op een zeer laag niveau en cognitief op een matig verstandelijk beperkt niveau. De wereld is voor hem een onveilige, onbegrijpelijke en onvoorspelbare chaos en het ontbreekt hem aan vaardigheden om hierin houvast te vinden. Er is sprake van schizofrenie van het gedesorganiseerde type. [betrokkene] heeft chaotische, bizarre en hypochondrische waandenkbeelden en hallucinaties. In combinatie met zijn beperkte begrip van de wereld, maakt dit dat hij achterdochtig wordt en vervolgens verbaal en fysiek agressief wordt. Tot slot is ook de diagnose frotteurismestoornis gesteld.
Het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag (aanranding) wordt op grond van de risicoanalyse zonder de huidige vorm van begeleiding en controle hoog ingeschat, ongeacht de termijn die als uitgangspunt wordt genomen. Na de overplaatsing van de gesloten afdeling de Zomereik naar de besloten afdeling de Kersenboom, met meer ruimte voor vrijheden, en vervolgens de besloten afdeling ABC-huis, gericht op resocialisatie, bleek dat [betrokkene] meer controle en nabijheid van begeleiding nodig heeft dan hem in een open setting (zoals het ABC-huis) geboden konden worden. Er ontstonden incidenten, waardoor terugplaatsing naar de besloten afdeling en daarna de gesloten afdeling genoodzaakt was. Tot slot is [betrokkene] vanwege nog een incident overgeplaatst naar gesloten afdeling de Kurkeik, welke afdeling niet gespecialiseerd is in dovenproblematiek. [betrokkene] heeft een hoge mate van toezicht, signalering, nabijheid van begeleiding, structuur, begrenzing en op risico gestuurd handelen nodig, binnen een gedwongen kader.
[betrokkene] toont geringe leerbaarheid. Dit maakt het nodig op laag niveau basale afspraken en vaardigheden te laten inslijten. Dit moet plaatsvinden op de domeinen wonen, zelfzorg/zorg voor de omgeving, werk en verlof. Er is helder omschreven wat [betrokkene] nodig heeft om stabiel te functioneren qua medicatiebeleid, begeleidingsstijl, afspraken op het gebied van seksualiteit, internetgebruik, mobiel telefoongebruik, vrijheden en communicatie. Op dit moment zijn er in Nederland geen woonvoorzieningen waar dove terbeschikkinggestelden met hoog risicomanagement terecht kunnen. Totdat er ergens in Nederland een dergelijke voorziening wordt opgericht, is [betrokkene] blijvend aangewezen op de zorg van Trajectum. Overdracht aan de reclassering, middels proefverlof of voorwaardelijke beëindiging van de maatregel, is de komende jaren niet aan de orde. Het advies luidt om de verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog het volgende toegevoegd. Het is gedurende het gehele traject ingewikkeld gebleken om [betrokkene] extra opvoeding, structuur en kennis bij te brengen. Het behandeltraject is louter nog gericht op het bieden van een zo goed mogelijke
‘quality of life’. Het is bij gebrek daaraan niet mogelijk om [betrokkene] een eigen appartement te laten betrekken waar hij zelfstandig kan wonen op het terrein van Trajectum, terwijl men hem dit wel op zijn minst verschuldigd is. Dit is een financiële kwestie en er bestaat geen uitstroomlocatie die specifiek aansluit op zijn problematiek. Er zal met een farmacologisch psychiater nogmaals worden onderzocht of het medicatiebeleid moet worden aangepast. Nadat een voorgeschreven medicijn uit de handel is gehaald zijn de incidenten van grensoverschrijdend seksueel gedrag toegenomen. Dit is opvallend omdat [betrokkene] daarvoor baat leek te hebben bij die medicatie en dit gedrag zich niet voordeed. In het huidige stadium is het recidiverisico matig.

4.Het advies van de externe deskundigen [psychiater 1] en [psycholoog]

De psychiater [psychiater 1] heeft in het rapport van 13 januari 2022 vermeld dat [betrokkene] niet onderzocht is, waardoor zich geen beeld van zijn functioneren en eventuele risicofactoren gevormd zijn. Dit maakt dat [psychiater 1] niet in staat is geweest om de vragen te beantwoorden en/of een advies te geven.
De psycholoog [psycholoog] heeft in het rapport van 28 februari 2022 vermeld dat [betrokkene] een prelinguaal dove man is, die waarschijnlijk door aanleg en daarnaast basisonveiligheid (verwaarlozing, opvoedingsonmacht, mishandeling, verlating) in zijn jeugd niet alleen cognitief, maar ook communicatief, sociaal, emotioneel en in adaptieve zin een achterstand heeft opgelopen. Dit heeft tot een matig verstandelijke beperking geleid. Daarnaast is sprake van schizofrenie. Trajectum classificeert verder dat [betrokkene] lijdt aan de parafilie frotteurisme. Volgens de psycholoog is die classificatie niet juist maar valt het seksuele gedrag eerder te duiden als sociale onhandigheid in combinatie met een communicatieprobleem, waardoor [betrokkene] geen andere manier weet om zijn behoefte aan seks te uiten. Voorts worden stoornissen in alcohol- en cannabisgebruik vastgesteld, langdurig in remissie.
Het effect van de geboden behandeling komt voornamelijk van de medicatie, die het seksueel grensoverschrijdende gedrag vanaf 2012 geheel heeft doen verdwijnen. Na een medicatiewisseling in 2020, omdat het medicijn niet langer geproduceerd werd, heeft [betrokkene] zich tweemaal seksueel grensoverschrijdend gedragen. Na het verhogen van het beveiligingsniveau en de zorgintensiteit is dit grensoverschrijdende gedrag wederom verdwenen. Daarnaast heeft [betrokkene] gebarentaal geleerd waardoor hij zich beter verstaanbaar kan maken en minder frustraties zal ervaren. Hierdoor wordt het risico op emotionele uitspattingen verminderd. Verder zijn de adaptieve en sociale vaardigheden van [betrokkene] verbeterd. Het behandeleffect komt vooral voort uit de omgeving en in mindere mate door interne groei. De psycholoog schat het recidiverisico binnen de huidige setting in op matig en op hoog indien de behandeling beëindigd zou worden.
Het is lastig om in te schatten of een medicatiewisseling nog effect heeft. Het advies luidt dat de behandelaar samen met het begeleidend personeel een SEO-R afneemt. Het samen invullen van een dergelijk observatie-instrument draagt bij aan een juiste bejegeningsstijl. De huidige afdeling wordt al geschoold in gebarentaal en dat is een goede zaak. Het advies is vooral om betrokkene, in het licht van recidivebeperking, een toekomstperspectief voor wonen te bieden. Dit is niet zozeer een advies aan Trajectum, maar aan de instellingen die justitiële woonplekken moeten financieren. In principe is Trajectum de best passende woonplek voor betrokkene, met de meeste expertise op het gebied van zowel een verstandelijke als een auditieve beperking. Een woonmogelijkheid creëren kan de zorg rondom betrokkene minder kostbaar maken. Een eigen woonplek in plaats van wonen op een afdeling met andere mensen met ernstige gedragsproblemen kan ook spanningen helpen verminderen. Betrokkene is dan niet meer de uitzondering die geen progressie maakt, wat nu wel het geval is en hem frustreert. De psycholoog adviseert om de maatregel tbs met twee jaar te verlengen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft aangevoerd dat de stoornis nog altijd onverminderd aanwezig is en het recidiverisico hoog zal zijn bij het wegvallen van de huidige vorm van structuur en begeleiding. Het is teleurstellend dat de forensische zorg niet goed is ingericht voor de specifieke problematiek die [betrokkene] heeft. Er bestaat geen (financiële basis voor een) geschikte uitstroomvoorziening. Zelfs wanneer deze voorziening wordt gecreëerd zal het resocialisatietraject van [betrokkene] meer dan twee jaar vergen. De adviezen over het behandelplan en termijn waarmee de maatregel verlengd moet worden zijn eensluidend. De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd en verzocht om de maatregel tbs voor de duur van twee jaar te verlengen.

6.Het standpunt van de verdediging

Het is betreurenswaardig dat er geen geschikte voorziening voor [betrokkene] is die hem meer zelfstandigheid kan bieden. Dit is een financiële kwestie die hem niet te verwijten valt. Het is voor [betrokkene] niet mogelijk om zich verstaanbaar te maken en hij wordt daardoor niet altijd goed begrepen. Daarbij moet worden opgeteld dat er sprake is van lange wachttijden, eindeloze behandeltrajecten zonder perspectief en een falend medicijnbeleid. De zorgconferentie van vorig jaar heeft niets concreets opgeleverd. Op den duur leidt dit tot frustratie of een incident, waardoor er weer een terugplaatsing is. Het proportionaliteitsvereiste is in het geding, gelet op het indexdelict waarvoor de tbs-maatregel is opgelegd in relatie tot de inmiddels zeer lange duur van die maatregel. De verdediging verzoekt primair om de tbs definitief te beëindigen. Het subsidiaire standpunt luidt dat de tbs voor de duur van één jaar wordt verlengd.

7.Het oordeel van de rechtbank

Verlenging
De rechtbank stelt voorop dat de maatregel tbs slechts kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de kliniek, de externe deskundigen en de daarop ter zitting gegeven toelichting stelt de rechtbank vast dat nog steeds wordt voldaan aan dit wettelijke criterium. Er is een stoornis aanwezig die behandeld wordt. Er is sprake van een matige verstandige beperking, schizofrenie en een stoornis in alcohol- en cannabisgebruik, langdurig in remissie. De diagnose van de parafilie frotteurisme wordt niet door alle deskundigen onderschreven. Daarnaast is het recidivegevaar onvoldoende beheersbaar gemaakt. Het recidivegevaar wordt in het huidig kader als matig omschreven en bij (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
Op grond van artikel 6:2:17 eerste lid van het Wetboek van Strafvordering kan beëindiging van de maatregel tbs met dwangverpleging niet eerder plaatsvinden dan na een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gedurende minimaal een jaar. Daarbij komt dat de rechtbank van oordeel is dat de stoornis en het recidivegevaar onvoldoende zijn teruggedrongen, zodat verlenging van de tbs-maatregel noodzakelijk is. Het primair verzoek van de verdediging moet dan ook worden afgewezen.
Verlengingstermijn en het proportionaliteitsbeginsel
De rechtbank ziet zich voorts voor de vraag gesteld met welke termijn de tbs verlengd moet worden. Hierbij speelt het proportionaliteitsbeginsel een belangrijke rol. De tbs is ingegaan op 25 april 2008, waardoor de maatregel nu bijna veertien jaar van kracht is. Dit tijdsverloop in relatie tot de ernst van het delict waarvoor de maatregel is opgelegd, te weten feitelijke aanranding van de eerbaarheid, moet mede in aanmerking worden genomen bij de verlengingsbeslissing. De rechtbank is van oordeel dat bij een afweging tussen de belangen van [betrokkene] en die van de maatschappij het belang van [betrokkene] steeds zwaarder dient te wegen naarmate de maatregel van tbs langer duurt. De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat het proportionaliteitsbeginsel van invloed is op de verlengingstermijn.
Daarnaast is van belang dat het medicatiebeleid van [betrokkene] , in relatie tot de diagnose van de parafilie frotteurisme, door Trajectum en een farmacologisch psychiater zal worden heroverwogen. De deskundigen zien zich voor de vraag gesteld of deze diagnose terecht is aangenomen: het kan ook sociale onhandigheid in combinatie met communicatieproblematiek, dan wel een uiting van “bizar gedrag” in het kader van schizofrenie zijn, die tot seksueel grensoverschrijdend gedrag leidt. Dit klemt temeer, nu uit de adviezen is gebleken dat er na een medicatiewisseling in 2012 een duidelijke verbetering in bejegening en in het gedrag van [betrokkene] is waargenomen. In 2020 is het voorgeschreven medicijn uit de handel gehaald en heeft [betrokkene] weer grensoverschrijdend gedrag vertoond dat tot tweemaal toe tot een incident heeft geleid. Zowel het stellen van de diagnose als het daarop afstemmen van het medicatiebeleid is een verantwoordelijkheid van de kliniek. Niettemin heeft dit een nadelige invloed op de vooruitgang van het behandeltraject van Marceli, zonder dat het hem te verwijten valt.
Op de derde plaats heeft de rechtbank kennisgenomen van het feit dat er geen geschikte eigen woonvoorziening of uitstroomlocatie voor [betrokkene] beschikbaar is, omdat er onvoldoende financiële middelen zijn en onvoldoende patiënten met dezelfde soort problematiek. Volgens de rechtbank is de verklaring van de deskundige ter zitting in dit verband veelzeggend, waarin is opgemerkt dat men een dergelijke voorziening [betrokkene] op zijn minst verschuldigd is. Het is voor hem moeilijk om basale communicatie tot stand te brengen en begrepen te worden. Het beeld ontstaat dat [betrokkene] het slachtoffer wordt van zijn eigen handicap, nu er onvoldoende (financiële) middelen zijn om de problemen in verband daarmee te ondervangen.
Tot slot moet de vaart in het resocialisatietraject behouden blijven, zodat [betrokkene] gemotiveerd blijft om zich hiervoor in te zetten. Na de zorgconferentie in februari 2021, waarbij het CCE de toezegging heeft gedaan om een woon- en begeleidingsprofiel op te starten, is hier naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende uitvoering aan gegeven. Er geldt een inspanningsverplichting voor de kliniek om verdere mogelijkheden in het resocialisatietraject van [betrokkene] voortvarend ter hand te nemen. Een beleid dat louter is gericht op het bieden van een zo goed mogelijke
‘quality of life’lijkt ervan uit te gaan dat het behandelplafond al bereikt is. De rechtbank wil de vinger aan de pols houden en over een jaar opnieuw de stand van zaken van het behandeltraject beoordelen.
Gelet op al deze feiten en omstandigheden, in onderling verband en in samenhang bezien, concludeert de rechtbank dat de tbs verpleging van overheidswege voor de duur van één jaar moet worden verlengd.

8.De beslissing

De rechtbank
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van
één jaar;
wijst afhet verzoek strekkende tot beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.W. Louwerse, voorzitter, mr. J.C.A.M. Los en mr. S.W.M. Speekenbrink, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. P.A.C. Admiraal en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 april 2022.
mr. Los en mr. Admiraal zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.