Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
tussenuitspraak van 30 maart 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam 1] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
“op het bouwvlak feitelijk reeds een agrarisch bedrijf is opgericht, inclusief de bebouwing die daar bij hoort. De omstandigheid dat dit bedrijf thans niet actief is, sluit niet uit dat dit weer in gebruik kan worden genomen.” [1]
Beslissing
Rechtsmiddel
Bijlage
- ter plaatse van de aanduiding ‘grond gebonden veehouderij’ een grondgebonden veehouderij alsmede een melkrundveehouderij en een schapenhouderij, niet zijnde een paardenhouderij;
- ter plaatse van de aanduiding ‘glastuinbouw’ een glastuinbouwbedrijf;
- ter plaatse van de aanduiding ‘intensieve veehouderij’ een intensieve veehouderij, niet zijnde een geitenhouderij, alsmede een grondgebonden veehouderij;
- ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch- geitenhouderij’ een geitenhouderij;
- ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch- niet-grondgebonden’ een overige niet-grondgebonden agrarisch bedijf;
- ter plaatse van de aanduiding ‘paardenhouderij’ een paardenhouderij.