ECLI:NL:RBZWB:2022:1551

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
AWB- 21_2462
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. K. Verschueren, msc.
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen weigering bouwstop voor werkzaamheden recreatiepark in strijd met bestemmingsplan

In deze zaak heeft eiser, woonachtig tegenover een recreatiepark, verzocht om een bouwstop voor werkzaamheden die daar plaatsvonden. Eiser stelt dat deze werkzaamheden in strijd zijn met het bestemmingsplan, dat de bestemming 'Recreatie' heeft, en verzoekt verweerder om handhavend op te treden. Het recreatiepark heeft op veld 5 van haar terrein werkzaamheden uitgevoerd, waarbij eiser meent dat de bouwwerken niet voldoen aan de bestemmingsplanregels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bouwwerken op veld 5, waaronder glampingtenten, zijn toegestaan onder de functieaanduiding 'verblijfsrecreatie'. De rechtbank oordeelt dat de tenten zowel bouwkundig als functioneel gelijk zijn aan stacaravans en dat er geen sprake is van illegale bouwwerkzaamheden. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat verweerder terecht heeft geweigerd een bouwstop op te leggen. De uitspraak is gedaan op 28 maart 2022 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/2462 GEMWT
uitspraak van 28 maart 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser], te [plaatsnaam] , eiser,
gemachtigde: mr. H.P.J.G. Berkers,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.
Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:
[naam derde-partij], te [plaatsnaam] ,
gemachtigde: mr. Snippe.
Procesverloop
Bij besluit 16 december 2020 (primair besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser om een bouwstop, ten aanzien van alle bouwwerkzaamheden op [naam derde-partij] , afgewezen.
Bij besluit van 29 april 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 16 december 2021. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam vertegenwoordiger] .
Derde partij is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.
Overwegingen
Feiten
1. Op grond van de stukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden. Eiser woont aan de [adres] 2 in [plaatsnaam] , tegenover [naam derde-partij] (hierna: het recreatiepark). Op enig moment heeft het recreatiepark werkzaamheden uitgevoerd op veld 5 van haar terrein. Eiser stelt dat deze werkzaamheden strijdig zijn met het bestemmingsplan en verzoekt verweerder om een bouwstop.
Besluitvorming
2. In het bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” (hierna: het bestemmingsplan) heeft het recreatiepark de bestemming “Recreatie”. Binnen de bestemming “recreatie” zijn verschillende functieaanduidingen mogelijk. Veld 5 heeft de functieaanduiding “verblijfsrecreatie” en “kampeerterrein”. Ter plaatse van de aanduiding verblijfsrecreatie zijn de voor recreatie aangewezen gronden mede bestemd voor verblijfsrecreatieve voorzieningen ten behoeve van de camping, zulks in de vorm van: 1. stacaravans, 2. staanplaatsen voor kampeermiddelen (zoals tenten, kampeerauto's en toercaravans) en 3. bijbehorende (gemeenschappelijke) voorzieningen, zoals (een) winkel(s), kantine(s), restaurant(s), wasserette(s), parkeerterrein(en) en sanitaire voorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding “kampeerterrein” zijn de voor de recreatie aangewezen gronden mede bestemd voor een recreatiepark met bijbehorende voorzieningen.
Op 1 december 2020 heeft eiser verzocht een bouwstop op te leggen ten aanzien van alle bouwwerkzaamheden die op het recreatiepark worden uitgevoerd. Op 24 november 2020 heeft verweerder een controlebezoek afgelegd. Op 16 december 2020 heeft verweerder het verzoek om een bouwstop afgewezen. In geschil is of de uitgevoerde werkzaamheden in strijd zijn met het bestemmingsplan en zo ja, of verweerder hier tegen op moet treden middels een bouwstop.
Wettelijk kader
3. Ingevolge artikel 5:17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) kan een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang gericht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wet inhouden dat het bouwen, gebruiken of slopen van een bouwwerk wordt gestaakt of dat voorzieningen, met inbegrip van het slopen van een bouwwerk, gericht op het tegengaan of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of de veiligheid worden getroffen. Voor het volledige wettelijke kader wordt verwezen naar de bijlage.
Strijd met het bestemmingsplan?
4.1 Eiser stelt dat er sprake is van illegale bouwwerkzaamheden. Zij stelt dat de bouwwerken die op veld 5 van het recreatiepark worden gebouwd niet zijn aan te merken als kampeermiddelen noch als stacaravans/chalets waardoor deze in strijd met het bestemmingsplan worden gebouwd. Voorts stelt eiser dat voor de bouwwerken een omgevingsvergunning bouwen is vereist.
4.2 Verweerder stelt dat er geen aanleiding is voor het opleggen van een bouwstop. Ten aanzien van de strijd met het bestemmingsplan stelt verweerder dat de tenten bouwwerken zijn die voor langere tijd ter plaatse functioneren. Hierdoor zijn ze niet aan te merken als kampeermiddelen maar als staanplaatsen voor stacaravans. Hiervoor is in het bestemmingsplan geen maximum vastgesteld. Tevens zijn zij toegestaan op velden met de functieaanduiding verblijfsrecreatie. Ook voldoen de tenten aan de specificaties uit het bestemmingsplan, namelijk dat de staanplaatsen voor 35% mogen worden bebouwd met een maximum oppervlakte van 60m2.
Verweerder stelt voorts dat de bouwwerken uitgezonderd zijn van een omgevingsvergunning voor bouwen. Zij verwijst hiervoor naar artikel 3, onder 2 van bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht (hierna: Bor). Hierin staat dat een omgevingsvergunning voor bouwen niet is vereist voor een op de grond staand bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, op voorwaarde dat het bouwwerk niet hoger is dan 5 meter en de totale oppervlakte niet meer is dan 70m2. Hiervan is geen sprake.
4.3 De rechtbank stelt vast dat het volgende is geconstateerd tijdens het controlebezoek van 24 november 2020. Op de velden [naam veld 1] / [naam veld 2] (veld 5) zijn een aantal chalets verwijderd. Hiervoor in de plaats worden 11 nieuwe volledig ingerichte tenten geplaatst (glampingtenten). Vier van deze tenten waren al geplaatst. Verder is vastgesteld dat onderhoud plaatsvond aan de gronden en beplanting. Overige werkzaamheden zijn niet vastgesteld.
De rechtbank stelt voorts vast dat niet in geschil dat het hier gaat om een bouwwerk. In geschil is of de bouwwerken in strijd zijn met het bestemmingsplan en of zij vergunningsvrij kunnen worden gebouwd.
Veld 5 heeft de functieaanduiding “verblijfsrecreatie”. Ter plaatse van deze aanduiding zijn 1. stacaravans toegestaan. Op veld 5 mogen derhalve bouwwerken worden gebouwd welke gelijk zijn aan stacaravans/chalets. De vraag die aan orde is derhalve of de glamping tenten gelijk zijn aan de bouwwerken in de bestemmingsregels, zoals een stacaravan. 2.
Artikel 12.2.2 van de planregels stelt dat ter plaatse van de aanduiding “verblijfsrecreatie” gebouwen mogen worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
  • gebouwen mogen worden gebouwd op een afstand van ten minste 5 m van de (zijdelingse) bouwperceelsgrenzen;
  • een standplaats voor een stacaravan niet minder dan 150 m² groot mag zijn;
  • een standplaats voor maximaal 35% mag worden bebouwd, zulks met een maximum van 60 m²;
  • voor stacaravans en bijgebouwen een maximale bouwhoogte geldt van 3,5 m;
  • voor overige gebouwen een maximale bouwhoogte geldt van 5 m;
  • de gezamenlijke oppervlakte van de ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' toegelaten gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, maximaal 4.000 m² mag bedragen.
Uit een specificatie/bouwtekening zoals aangeleverd door vergunninghouder kan worden afgeleid dat de bouwwerken niet hoger zijn dan 3,5 meter. Tevens blijkt uit het dossier dat de oppervlakte van de bouwwerken niet groter zijn dan 60 m2. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat de glamping tenten zowel bouwkundig als functioneel gelijk zijn aan stacaravans en derhalve zijn toegestaan volgens het bestemmingsplan.
De rechtbank stelt tevens vast dat de glampingtenten vergunningvrij kunnen worden gebouwd. Verweerder heeft terecht gewezen op de vrijstelling in artikel 3, onder 2 van bijlage II bij het Bor. Ook aan de voorwaarden voor deze vrijstelling wordt voldaan. Nu er geen sprake is van illegale werkzaamheden, is verweerder niet bevoegd om handhavend op te treden.
Conclusie
5. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat verweerder terecht heeft geweigerd om een bouwstop op te leggen ten aanzien van de bouwwerkzaamheden op veld 5 van het recreatiepark. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. K. Verschueren, msc., rechter, in aanwezigheid van mr. M.H.C. van Spreuwel, griffier, op 28 maart 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak mede te ondertekenen.
mr. drs. K. Verschueren, msc., rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bijlage: wettelijk kader

Wet algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Artikel 5.17
Een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom gericht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wet kan inhouden dat het bouwen, gebruiken of slopen van een bouwwerk wordt gestaakt of dat voorzieningen, met inbegrip van het slopen van een bouwwerk, gericht op het tegengaan of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of de veiligheid worden getroffen.

Besluit omgevingsrecht (Bor)

Artikel 3, bijlage II
Een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de wet is niet vereist, indien deze activiteit betrekking heeft op:
2. een op de grond staand bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
niet hoger dan 5 m, en
de oppervlakte niet meer dan 70 m2;

Bestemmingsplan [naam bestemmingsplan]

12.1.2 Functie-aanduidingen
a. a. Ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden uitsluitend bestemd voor speelvoorzieningen met bijbehorende (groen)voorzieningen, verharde en onverharde paden.
b. b. Ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mede bestemd voor een recreatiepark met bijbehorende voorzieningen.
c. c. Ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden uitsluitend bestemd voor dagrecreatieve voorzieningen ten behoeve van de recreatiepark.
d. d. Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mede bestemd voor verblijfsrecreatieve voorzieningen ten behoeve van de recreatiepark, zulks in de vorm van staanplaatsen voor kampeermiddelen (zoals tenten, kampeerauto's en toercaravans).
e. e. Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mede bestemd voor verblijfsrecreatieve voorzieningen ten behoeve van de recreatiepark, zulks in de vorm van:
1. 1. stacaravans;
2. 2. staanplaatsen voor kampeermiddelen (zoals tenten, kampeerauto's en toercaravans);
3. 3. bijbehorende (gemeenschappelijke) voorzieningen, zoals (een) winkel(s), kantine(s), restaurant(s), wasserette(s), parkeerterrein(en) en sanitaire voorzieningen.
f. f. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mede bestemd voor een bedrijfswoning (één bedrijfswoning per functie-aanduidingsvlak).
g. g. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn de voor 'Recreatie' aangewezen gronden uitsluitend bestemd voor een parkeerterrein ten behoeve van de recreatiepark.