Bijlage: Wettelijk kader
VERORDENING (EU) NR. 952/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD VAN 9 OKTOBER 2013 TOT VASTSTELLING VAN HET DOUANEWETBOEK VAN DE UNIE
Artikel 5
In dit wetboek wordt verstaan onder:
3) "douanecontroles": door de douaneautoriteiten verrichte specifieke handelingen voor het waarborgen van de naleving van de douanewetgeving en andere wetgeving betreffende het binnenbrengen, het uitgaan, de doorvoer, het overbrengen, de opslag en de bijzondere bestemming van goederen die tussen het douanegebied van de Unie en landen of gebieden daarbuiten worden vervoerd, en betreffende de aanwezigheid en het verkeer binnen het douanegebied van de Unie van niet-Uniegoederen en goederen die onder de regeling bijzondere bestemming zijn geplaatst
27) "douanetoezicht": de activiteiten die door de douaneautoriteiten in het algemeen worden ontplooid teneinde te zorgen voor de naleving van de douanewetgeving en, in voorkomend geval, van de andere bepalingen die op goederen onder douanetoezicht van toepassing zijn
1. Alle door de douaneautoriteiten bij de uitoefening van hun taken verkregen inlichtingen die van vertrouwelijke aard is of die als vertrouwelijk is verstrekt, valt onder het beroepsgeheim. Zij wordt, behalve overeenkomstig artikel 47, lid 2, door de bevoegde autoriteiten niet bekendgemaakt zonder uitdrukkelijke toestemming van de persoon of de autoriteit die ze heeft verstrekt.
Deze inlichtingen mogen evenwel zonder toestemming worden bekendgemaakt indien de douaneautoriteiten daartoe overeenkomstig de geldende bepalingen, met name inzake gegevensbescherming, of in het kader van gerechtelijke procedures gehouden of gemachtigd zijn.
2. Vertrouwelijke informatie bedoeld in lid 1 mag worden verstrekt aan de douaneautoriteiten en andere bevoegde autoriteiten van landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie ten behoeve van de douanesamenwerking met die landen of gebieden in het kader van een internationale overeenkomst of Uniewetgeving op het gebied van het gemeenschappelijk handelsbeleid.
3. Bij het bekendmaken of mededelen van inlichtingen als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt een adequaat niveau van gegevensbescherming gegarandeerd en worden de geldende bepalingen inzake gegevensbescherming onverkort in acht genomen.
1. De bepalingen bij of krachtens deze wet vormen de nationale bepalingen ter uitvoering van:
a. het Douanewetboek van de Unie, de krachtens dat wetboek vastgestelde EU-rechtshandelingen, en
b. Uniewetgeving op andere gebieden als bedoeld in het Douanewetboek van de Unie.
2. De bepalingen bij of krachtens deze wet strekken mede ten behoeve van de nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit:
b. het Koninkrijk verbindende verdragen en
c. in al hun onderdelen verbindende besluiten van bij zodanige verdragen opgerichte volkenrechtelijke organisaties, voorzover deze verplichtingen betrekking hebben op het douanetoezicht op, dan wel op de douanecontrole van, goederen en het goederenverkeer en voorts onderwerpen betreffen die vallen onder de reikwijdte van een of meer regelingen als bedoeld in de bijlage bij deze wet.
3. De bepalingen bij of krachtens deze wet strekken mede ten behoeve van de nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit regelingen van internationaal recht tot het verlenen van wederzijdse administratieve bijstand inzake goederen en goederenverkeer.
4. De bepalingen bij of krachtens deze wet strekken mede tot uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen, voorzover deze betrekking hebben op goederen en goederenverkeer en voorts onderwerpen betreffen die vallen onder de reikwijdte van een of meer regelingen als bedoeld in de bijlage bij deze wet.
5. De bepalingen bij of krachtens deze wet strekken mede ter handhaving van verboden of beperkingen die op goederen bij het binnenbrengen in, onderscheidenlijk verlaten van, het douanegebied van de Unie dan wel de gebieden, bedoeld in artikel 1:2, of bij het plaatsen onder een douaneregeling of wederuitvoer van die goederen van toepassing zijn of zouden zijn bij of krachtens een bindende EU-rechtshandeling of een ander wettelijk voorschrift dat is opgenomen in de bijlage bij deze wet.
6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen wijzigingen worden aangebracht in de bijlage bij deze wet.
Artikel 1:5
Bij de toepassing van de bepalingen bij of krachtens deze wet ingevolge artikel 1:1, tweede tot en met vijfde lid, zijn de bepalingen van titel I, hoofdstuk 1, de artikelen 12, 14, 15, 22 tot en met 30, 43 tot en met 48, 51, 52 en 55, en de bepalingen van titel II, hoofdstukken 1 en 2, afdeling 1, van het Douanewetboek van de Unie, de bepalingen van titel I, hoofdstuk 1, de artikelen 8 tot en met 18, en de bepalingen van titel II, hoofdstuk 1, afdeling 1, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie en de bepalingen van titel I, hoofdstuk 1, de artikelen 8, 9, 12 en 15, en de bepalingen van titel II, hoofdstuk 2, afdeling 1, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie van overeenkomstige toepassing.
1. Onze Ministers, openbare lichamen en rechtspersonen die bij of krachtens een bijzondere wet rechtspersoonlijkheid hebben verkregen, de onder hen ressorterende instellingen en diensten, alsmede personen die hoofdzakelijk uitvoering geven aan het beleid van het Rijk, verschaffen kosteloos, mondeling, schriftelijk of op andere wijze – zulks ter keuze van de inspecteur –, de gegevens en inlichtingen, die hun door de inspecteur worden gevraagd voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de in artikel 1:1 bedoelde regelingen dan wel voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
2. Onze Minister van Financiën kan, op verzoek, ontheffing verlenen van de in het eerste lid omschreven verplichting.
3. De inspecteur verstrekt kosteloos mondeling, schriftelijk of op andere wijze – zulks ter keuze van de inspecteur – de gegevens en inlichtingen aan Onze Ministers, openbare lichamen en rechtspersonen die bij of krachtens een bijzondere wet rechtspersoonlijkheid hebben verkregen, de onder hen ressorterende instellingen en diensten, alsmede personen die hoofdzakelijk uitvoering geven aan het beleid van het Rijk voorzover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de in artikel 1:1 bedoelde regelingen dan wel voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
4. De inspecteur verstrekt kosteloos mondeling, schriftelijk of op andere wijze – zulks ter keuze van de inspecteur – de gegevens en inlichtingen aan de douaneautoriteiten van de lidstaten of de Europese Commissie, bedoeld in de artikelen 12 en 47, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie.
5. In afwijking in zoverre van artikel 1:2 verstrekt de inspecteur kosteloos mondeling, schriftelijk of op andere wijze – zulks ter keuze van de inspecteur – de gegevens en inlichtingen aan de ambtenaar onder wiens leiding de belastingdienst op de BES-eilanden valt, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde bij de wetgeving die geldt op de BES-eilanden en die betrekking heeft op verboden of beperkingen die op goederen bij het binnenbrengen in, onderscheidenlijk verlaten van de BES-eilanden, of die bij het kiezen van een douanebestemming op de BES-eilanden van toepassing zijn.
WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR
1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;