4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 26 februari 2021 te Breda, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] , wederrechtelijk van de vrijheid hebben beroofd en beroofd gehouden, door die [slachtoffer] ,
- bij zijn armen vast te pakken, en vervolgens
- in een auto te trekken en/of te duwen, en vervolgens
- tegen zijn wil in die auto (vast) te houden;
2
op 26 februari 2021 te Breda met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een telefoon, die toebehoorde aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
bedreiging met geweld [slachtoffer] hebben gedwongen tot de afgifte van een
portemonnee (met inhoud) en een telefoon en sigaretten en (pin)codes en
wachtwoord, die aan die [slachtoffer] toebehoorden, door:
- die [slachtoffer] in een auto te trekken en/of te duwen, en vervolgens tegen zijn wil in die auto (vast) te houden, en
- tegen die [slachtoffer] – zakelijk weergegeven – te zeggen dat hij alles moest afgeven en de beveiligingscode van zijn telefoon en de pincode van de bankpas en het wachtwoord/code van zijn i-cloud moest afgeven, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.