10.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan het onder 2 tenlastegelegde feit;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
t.a.v. feit 1:opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te
duchten is en terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich zal melden bij verslavingsreclassering Novadic-Kentron op het adres Verlengde Poolseweg 2, 4818 CL te Breda, en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht. Binnen dit toezicht dient verdachte te werken aan bewustwording van de levensstijl en middelenproblematiek. Hiertoe dient verdachte de begeleidingsmodule Stap voor Stap te volgen;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering noodzakelijk acht, onder behandeling zal stellen van verslavingszorginstelling Novadic-Kentron of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Verdachte dient zich gedurende de behandeling te houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener voor de behandeling geeft, ook als dit het innemen van medicijnen inhoudt;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van drugs en ten behoeve van de naleving van dit verbod mee zal werken aan urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde 1] (geboren op [geboortedag 2] 1961) en [benadeelde 2] (geboren op [geboortedag 3] 1957);
De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd niet zal bevinden in de straat [adres 3] in Roosendaal. De politie ziet toe op handhaving van dit locatieverbod;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis van de politierechter d.d. 8 april 2021 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02/007972-21
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
35 dagen gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
[benadeelde 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 1.000,00 aan immateriële schade, vermeerder met de wettelijke rente, te berekenen vanaf 6 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] (feit 1), € 1.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen vanaf 6 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 20 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 1.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen vanaf 6 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- wijst de vordering voor het overige af;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] (feit 1), € 1.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen vanaf 6 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 20 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.W.M. Sterk, voorzitter, mr. D.S.G. Froger-Zeeuwen en mr. B.A.S.E. Maandag, rechters, in tegenwoordigheid van G.T.A. Schuurmans-Knoop, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 24 maart 2022.
Mr. Sterk, mr. Froger-Zeeuwen en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.