ECLI:NL:RBZWB:2022:1450
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanvraag bijzondere bijstand
Op 22 maart 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 21 december 2021. De opposant had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen over zijn aanvraag voor een uitkering en bijzondere bijstand. De rechtbank had het beroep eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat de opposant geen ingebrekestelling had ingediend, wat vereist is volgens artikel 6:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de verzetzaak werd enkel de aanvraag voor bijzondere bijstand van 7 juli 2021 behandeld. De opposant voerde aan dat hij meerdere keren contact had gezocht met de gemeente, maar de rechtbank oordeelde dat deze pogingen niet voldeden aan de vereisten voor een rechtsgeldige ingebrekestelling. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de eerdere uitspraak te herzien en verklaarde het verzet ongegrond. De uitspraak werd gedaan zonder zitting, aangezien het eindoordeel buiten redelijke twijfel stond. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.