ECLI:NL:RBZWB:2022:1371
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen weigering uitkering op grond van de Ziektewet
Op 18 maart 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het UWV. Eiser had digitaal beroep ingesteld tegen het besluit van 27 januari 2021, waarin zijn bezwaar tegen de weigering van een uitkering op grond van de Ziektewet niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiser stelde dat hij door de coronamaatregelen niet tijdig beroep kon instellen, omdat hij in het buitenland verbleef. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn op 12 mei 2020 begon en eindigde op 22 juni 2020. Eiser diende zijn bezwaarschrift pas op 23 december 2020 in, wat buiten de wettelijke termijn viel.
De rechtbank overwoog dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ook niet vanwege de coronamaatregelen. Eiser had de verantwoordelijkheid om tijdig maatregelen te treffen, zoals het inschakelen van een gemachtigde, om zijn belangen te behartigen. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk had verklaard. Aangezien het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was, werd het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. E.J. Govaers, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.