Op 15 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, [naam verzoeker] en [naam verzoekster], zich verzetten tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Deze besluiten, genomen op 23 december 2021, legden verzoekers een dwangsom op om binnen drie maanden de voorgevel van hun pand aan [adres perceel] te herstellen en een koelunit op het dak te verwijderen. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar aangetekend en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat op 10 februari 2022 een omgevingsvergunning is verleend voor de wijziging van de voorgevel en het plaatsen van de koelunit, waardoor de overtredingen feitelijk zijn opgeheven. Echter, de bestreden besluiten zijn niet ingetrokken, wat betekent dat verzoekers na 23 maart 2022 nog steeds dwangsommen kunnen verbeuren. Om onevenredig nadeel voor verzoekers te voorkomen, heeft de voorzieningenrechter besloten de bestreden besluiten te schorsen.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de gemeente het door verzoekers betaalde griffierecht van € 184,-- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. G.M.J. Kok, in aanwezigheid van griffier mr. P.H.M. Verdonschot, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.