ECLI:NL:RBZWB:2022:129
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor verbreding uitrit in Hilvarenbeek
Op 13 januari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek. De eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbreden van een uitrit van 5,0 meter naar 8,40 meter. Deze aanvraag werd door verweerder geweigerd op basis van de inrichting van de openbare ruimte en de bescherming van openbaar groen. Eiser had eerder al een vergunning verkregen voor het bouwen van een woning en het maken van een uitrit, maar de wijziging van de uitrit werd als problematisch gezien. Eiser heeft tegen het besluit van 22 maart 2021, waarin de bezwaren tegen de weigering ongegrond werden verklaard, beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 2 december 2021 in Breda heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij stelde dat de weigering van de vergunning niet gerechtvaardigd was. Eiser betoogde dat de argumenten van verweerder inconsistent waren en dat er geen noodzaak was voor het verdwijnen van een openbare parkeerplaats. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de gevraagde omgevingsvergunning moest worden geweigerd. De rechtbank concludeerde dat de verbreding van de uitrit ten koste zou gaan van een openbare parkeerplaats, wat in strijd is met de Algemene Plaatselijke Verordening 2020. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, waarmee de weigering van de omgevingsvergunning werd bevestigd.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.