ECLI:NL:RBZWB:2022:1213
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling en vergoeding griffierecht in bestuursrechtelijke zaak tegen RDW
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 maart 2022 uitspraak gedaan op het verzoek van eiser om veroordeling van de RDW in de proceskosten. Eiser had eerder een verzoek ingediend voor een vervangende kentekencard en tenaamstellingscode voor zijn aanhangwagen, maar dit verzoek was door de RDW afgewezen in een besluit van 13 november 2020. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in een besluit van 17 februari 2021. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, maar trok dit beroep in nadat de RDW op 16 juli 2021 alsnog een nieuw kenteken voor de aanhangwagen had afgegeven.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat de mogelijkheid van een proceskostenveroordeling volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing is op de vergoeding van het griffierecht. Eiser had enkel verzocht om vergoeding van het griffierecht van € 181,-. De rechtbank oordeelde dat de intrekking van het beroep niet het gevolg was van tegemoetkomen door de RDW, aangezien de procedure die leidde tot het nieuwe kenteken een andere procedure was dan die waarop het beroep betrekking had. Daarom werd het verzoek om vergoeding van het griffierecht ook afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van mr. W.J.C. Goorden, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.