ECLI:NL:RBZWB:2022:1210
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van ontvangen bedragen en motiveringsgebrek in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 maart 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van het college, waarin het bezwaar van eiseres tegen twee primaire besluiten ongegrond was verklaard. Het primaire besluit I betrof de terugvordering van een bedrag dat aan eiseres was uitgekeerd, terwijl het primaire besluit II het vermogen van eiseres vaststelde.
Tijdens de zitting op 8 maart 2022 is eiseres, samen met haar gemachtigde, niet verschenen. Het college werd vertegenwoordigd door mr. N.J.C.P. Melsen. De rechtbank constateerde dat het college in het bestreden besluit niet was ingegaan op de bezwaren van eiseres, wat leidde tot een motiveringsgebrek. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit.
De rechtbank droeg het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 379,50 werden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan door mr. C.E.M. Marsé, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.