Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
[naam] ,
[naam] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
[naam] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
[minderjarige 1] , voornoemd,
[minderjarige 2] , voornoemd,
[naam] ,
[naam] ,
Het procesverloop
- de vader, bijgestaan door mr. Paniagua;
- de moeder, bijgestaan door mr. Daniels;
- een vertegenwoordiger van de Raad;
- een vertegenwoordiger van de GI.
De feiten
Het verzoek
Het standpunt van partijen
De beoordeling
ten aanzien van omgang er geen mogelijkheden tot omgangshervatting worden gezien. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn er vanuit het eigen ontwikkelingsbehoeften echter wel bij gebaat om contact met vader te onderhouden. Dit met als doel om op een laagdrempelige wijze het door hun gevormde beeld aan te passen tot een realistischer beeld. Om contact tussen vader en de kinderen te mediëren is een maandelijks versturen van een email met foto en een korte verhandeling over de belangrijkste gebeurtenissen van die maand van vader aan [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en vice versa aangewezen. Hierbij dient ook duidelijk te zijn dat het druk uit oefenen om te komen tot omgang, contra productief zal werken. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben forse beschadigingen in hun ontwikkeling opgelopen en hierbij is een afdwingen van omgang niet passend. Het komen tot een contactregeling kan dan ook als het hoogst haalbare worden gezien, waarbij uiteraard het doel is dat door het blootgesteld worden aan een contact met vader, dit zal leiden tot een verminderd negatief vaderbeeld. Gezien [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en ook moeder niet open staan voor contact met vader zal dit gefaciliteerd moeten worden door een onafhankelijke derde waarbij de huidige ondertoezichtstelling verlengd dient te worden(…)”.
21 april 2022 om 15.00 uuren
voor de [minderjarige 2] die dag om 13.00 uur en voor de [minderjarige 1] die dag om 13.15 uur.
GI haar twee weken voorafgaandaan voornoemde mondelinge behandeling informeert over de meest recente ontwikkelingen, het aangevulde borgingsplan en haar standpunt geeft ten aanzien van het resterende deel van het verzoek. De kinderrechter verzoekt daarnaast aan
de Raadom haar
twee weken voorafgaandaan de hierboven genoemde datum van de mondelinge behandeling schriftelijk te informeren over de uitkomst van de toetsing door de Raad en haar standpunt te geven ten aanzien van het resterende deel van het verzoek.
Aan de vaderwordt ten slotte verzocht om de kinderrechter
uiterlijk een week voorafgaandaan de hierboven genoemde datum schriftelijk te informeren over zijn standpunt ten aanzien van het resterende deel van het verzoek.
De beslissing
21 april 2022 om 15.00 uur en voor de [minderjarige 2] die dag om 13.00 uur en voor de [minderjarige 1] die dag om 13.15 uur;