ECLI:NL:RBZWB:2022:1097
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake sluitingstijden horeca tijdens coronamaatregelen
Op 3 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen J&P Horeca-exploitatie B.V., h.o.d.n. Café Bij Moeders, en de burgemeester van de gemeente Roosendaal. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde P.L. Nijmeijer, heeft een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen het besluit van de burgemeester van 2 juni 2021, waarin andere sluitingstijden voor de duur van drie maanden zijn vastgesteld. De burgemeester had op 24 februari 2022 aan verzoekster medegedeeld dat de gewijzigde sluitingstijden vanaf 4 maart 2022 van kracht zouden zijn. Verzoekster verzocht om opschorting van deze sluitingstijden totdat de rechtbank uitspraak had gedaan.
De voorzieningenrechter overwoog dat op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Verzoekster stelde dat de sanctie gedurende drie maanden zou leiden tot een schade van circa € 84.000,-- tot € 143.000,-- en dat de situatie nijpend was door eerdere coronabeperkingen. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat er een spoedeisend belang was bij het verzoek. De voorzieningenrechter merkte op dat, hoewel de sluitingstijden tijdelijk zijn, verzoekster nog steeds 19 uren per dag inkomsten kan genereren.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen evident onrechtmatig besluit was en dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.