ECLI:NL:RBZWB:2022:1071
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stellen aanvraag voor maatschappelijke opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Op 2 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster bezwaar maakte tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal. Dit besluit betrof het buiten behandeling stellen van haar aanvraag voor maatschappelijke opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Verzoekster had op 17 december 2021 contact opgenomen met de maatschappelijke opvang en had op 30 december 2021 een verzoek ontvangen om aanvullende informatie te verstrekken. Het college stelde dat verzoekster onvoldoende gegevens had aangeleverd om haar aanvraag te kunnen beoordelen, en stelde de aanvraag buiten behandeling. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij met haar kinderen in de maatschappelijke opvang kon blijven totdat op haar bezwaar was beslist.
Tijdens de zitting op 18 februari 2022 werd duidelijk dat verzoekster niet in staat was om de gevraagde informatie te verstrekken, ondanks dat zij bijgestaan werd door een gemachtigde. De voorzieningenrechter oordeelde dat het college in redelijkheid de aanvraag buiten behandeling had kunnen stellen, omdat verzoekster niet had aangetoond dat zij rechtmatig verblijf had en niet in staat was om zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het bestreden besluit in bezwaar niet in stand zou blijven. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 25 maart 2022.