Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.de besloten vennootschap NATURE’S CHOICE B.V.,
TINTI GMBH & CO KG,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
Met deze mail bevestigen wij dat de onderneming zoals gedreven door Nature’s Choice B.V. in Etten-Leur (behoudens de marketing en verkoop afdeling) met ingang van 1 januari 2022 zal overgaan naar Tinti GmbH & Co. KG in Heidelberg (Duitsland).
We will expand and re-organize our production facility due to our company growth.
De gevolgen van de door u voorgestane bedrijfsverplaatsing zijn voor cliënt ingrijpend. Gezien de reisafstand naar Heidelberg (meer dan 450 km) en de daarmee gepaard gaande reistijd (minimaal 5 uur zonder files) is reizen van en naar de vestiging in Duitsland vanzelfsprekend geen optie. Cliënt is woonachtig in [woonplaats] en heeft (na zijn echtscheiding) in het kader van co-ouderschap om de week zelf de volledige zorg voor zijn kinderen, reden waarom alleen daarom al een verhuizing naar Duitsland voor hem geheel niet tot de mogelijkheden behoort.
uiteraard staat het de heer [leidinggevende] vrij een gesprek met cliënt aan te gaan, maar ter zake deze materie wenst cliënt dat gesprek enkel aan te gaan in mijn bijzijn, wat mij gezien de omstandigheden een gerechtvaardigde wens lijkt.”
Gelet op de waarde die uw cliënt stelt te hechten aan het nader overeenkomen van geheimhouding verbaast het dat de heer [leidinggevende] mijn cliënt de afgelopen week al twee keer op de werkvloer heeft aangesproken, waarbij hij aangaf dat ‘off the record’ te doen, met concrete voorstellen over de modaliteiten van een beëindigingsregeling. Daar waar dezerzijds is verzocht alle communicatie via ondergetekende te laten lopen, vind ik het acteren van de heer [leidinggevende] , waarin hij heeft getracht reeds een reactie van cliënt op zijn voorstellen te ontlokken, weinig professioneel en in strijd met goed werkgeverschap, dat ter zijde.
You did not get back to me after our discussion. Just heard your lawyer contacted our lawyer with comments.
Transferor’ en Tinti als ‘
Transferee’.
3.Het verzoek en verweer in de hoofdzaak
- de arbeidsovereenkomst tussen [werknemer] en Nature’s Choice of, indien de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2022 is voortgezet tussen [werknemer] en Tinti, de arbeidsovereenkomst tussen [werknemer] en Tinti te ontbinden en het einde van de arbeidsovereenkomst primair te bepalen met inachtneming van de voor de werkgever geldende wettelijke opzegtermijn van vier maanden en subsidiair op 31 maart 2020 en meer subsidiair op het eerst mogelijke moment met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn van één maand voor [werknemer] ;
- indien de wettelijke opzegtermijn van vier maanden niet wordt verdisconteerd in de termijn waarop de arbeidsovereenkomst met Tinti wordt ontbonden, Nature’s Choice te veroordelen tot betaling van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren;
- Nature’s Choice en Tinti hoofdelijk, althans de één en/of de ander, te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [werknemer] te voldoen de wettelijke transitievergoeding van € 41.785,20 bruto;
- Nature’s Choice en Tinti hoofdelijk, althans de één en/of de ander, te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [werknemer] te voldoen een billijke vergoeding althans schadevergoeding van € 75.000,00 bruto, vermeerderd met een vergoeding van € 10.000,00 ter zake de door [werknemer] noodzakelijk gemaakte en te maken kosten van rechtsbijstand;
- Nature’s Choice en Tinti hoofdelijk, althans de één en/of de ander, te veroordelen in de proceskosten.
4.Het verzoek en verweer in de voorlopige voorziening
- te bepalen dat [werknemer] tot aan de ontbindingsdatum passende werkzaamheden voor Nature’s Choice en/of Tinti zal verrichten te Etten-Leur en/of vanuit huis, dan wel [werknemer] tot de ontbindingsdatum vrij te stellen van het verrichten van werkzaamheden;
- Nature’s Choice en/of Tinti te veroordelen tot doorbetaling van loon (vanaf januari 2022) tot de datum waarop het dienstverband zal eindigen.
5.De beoordeling van de hoofdzaak
JAR2005/205). Gelet op het tijdstip van de akte van levering tussen Nature’s Choice en Tinti, 31 december 2021, en de brief aan de leveranciers en partners waarin vermeld staat dat de productie zal worden verplaatst naar Heidelberg uiterlijk 31 december 2021, is de kantonrechter van oordeel dat per 31 december 2021 de economische eenheid van Nature’s Choice op Tinti is overgegaan. De datum van de overgang van onderneming is daarom, anders dan [werknemer] betoogt, 31 december 2021.
Heeft het entameren van een procedure ex artikel 7:665 BW te gelden als een ‘ondubbelzinnige verklaring van de wil van de werknemer zijn arbeidsovereenkomst niet met de verkrijger te willen voortzetten’? En heeft dat tot gevolg dat in een dergelijke situatie de werknemer door enkel het indienen van een verzoek ex artikel 7:665 BW per de datum van overgang onderneming zowel niet meer bij de vervreemder als bij de verkrijger in dienst is?”
NJ1994, 419 en 26 mei 2000,
NJ2000, 566.
NJ1994, 419 en Hoge Raad 26 mei 2000,
NJ2000, 566). De kantonrechter is van oordeel dat [werknemer] ondubbelzinnig blijk heeft gegeven van zijn wil om niet mee over te gaan naar Tinti. In de mail van 5 oktober 2021 van zijn gemachtigde staat immers dat reizen van en naar de vestiging in Duitsland vanzelfsprekend geen optie is en een verhuizing naar Duitsland geheel niet tot de mogelijkheden behoort. In deze brief zijn vervolgens een aantal onderdelen opgesomd die als basis van een vaststellingsovereenkomst moeten dienen. Ook in de daaropvolgende mails van de (gemachtigde van) [werknemer] wordt gesproken over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst middels wederzijds goedvinden. Bovendien is, nadat de onderhandelingen over beëindiging waren gestand, een ontbindingsverzoek ingediend bij de kantonrechter. Dit alles getuigt ervan dat [werknemer] niet in dienst wilde treden bij Tinti en daarmee dat hij ondubbelzinnig heeft geweigerd om bij Tinti in dienst te treden. [werknemer] heeft nog aangevoerd dat hij wel in dienst wilde treden bij Tinti maar bezwaar had tegen de locatie, maar ook in dat geval hadden verweersters de schriftelijke verklaring van [werknemer] van 5 oktober 2021 naar het oordeel van de kantonrechter mogen opvatten als een duidelijke en ondubbelzinnig weigering om het dienstverband bij Tinti voort te zetten (zie: Hoge Raad 26 mei 2000,
NJ2000, 566). De slotsom is dan ook dat, gelet op de mail van 5 oktober 2021 en het ontbindingsverzoek, één en ander in onderlinge samenhang bezien, [werknemer] ondubbelzinnig heeft geweigerd om mee over te gaan naar Tinti. Doordat aldus tussen [werknemer] en Tinti geen (arbeids)relatie heeft bestaan en is ontstaan, zal [werknemer] niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoeken jegens Tinti.
NJ1989, 240). Uit deze uitspraak volgt dat de werknemer ofwel van rechtswege mee overgaat ofwel niet mee overgaat naar de verkrijger en de arbeidsovereenkomst eindigt met de vervreemder. De werknemer kan niet kiezen om bij de vervreemder in dienst te blijven als sprake is van een overgang van onderneming en hij ondubbelzinnig heeft geweigerd bij de verkrijger in dienst te treden. Ook de bescherming van Richtlijn 2001/23/EG gaat niet zo ver dat aan de werknemer de keuze wordt gelaten om al dan niet bij de vervreemder in dienst te blijven. Dit laat onverlet dat Nature’s Choice en [werknemer] overeen zouden kunnen komen dat hij toch in dienst blijft dan wel opnieuw in dienst komt bij Nature’s Choice vanaf 1 januari 2022. [werknemer] heeft aangevoerd dat hij nog in dienst is bij Nature’s Choice en heeft in dat kader een aantal mails overgelegd en screenshots waaruit blijkt dat hij is gebeld door een werknemer van Tinti en dat zijn verlofsaldo in 2022 is aangevuld. Deze omstandigheden zijn – mede in het licht van het verweer van Nature’s Choice dat [werknemer] heeft geweigerd de bedrijfseigendommen waaronder de telefoon en laptop in te leveren – onvoldoende om aan te nemen dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst (stilzwijgend) is overeengekomen. Doordat verweersters nog niet alle medewerkers binnen hun organisatie op de hoogte hebben gebracht van het einde van [werknemer] ’ dienstverband hebben enkelen van hen na 31 december 2021 nog contact met [werknemer] opgenomen via diens zakelijke e-mailadres c.q. telefoonnummer, maar gesteld noch gebleken is dat dit personen betrof die de bevoegdheid hebben om te beslissen over (voortzetting van) het dienstverband van [werknemer] . Bovendien volgt uit het aantal en de inhoud van de betreffende e-mails niet dat er door Nature’s Choice na 31 december 2021 nog werkzaamheden aan [werknemer] zijn opgedragen. De conclusie is dan ook dat per 31 december 2021 de arbeidsovereenkomst tussen Nature’s Choice en [werknemer] van rechtswege is geëindigd. Ook de omstandigheid dat dit nog niet is verwerkt in het digitale werknemersloket maakt dit niet anders. Hierom zal het ontbindingsverzoek van [werknemer] jegens Nature’s Choice te worden afgewezen.