ECLI:NL:RBZWB:2022:1017
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Witwassen van auto’s en geldbedrag in complexe strafzaak met internationale dimensies
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, stond de verdachte terecht op beschuldiging van witwassen van twee auto’s en een bedrag van € 313.927,89. De zittingen vonden plaats op 6 en 7 december 2021, waarna het onderzoek op 25 februari 2022 werd gesloten. De officier van justitie, mr. Y.V.J. Vermin, voerde aan dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan gewoontewitwassen, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was. De verdediging stelde dat er sprake was van een schending van de redelijke termijn van berechting en dat de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De rechtbank oordeelde echter dat, ondanks de overschrijding van de termijn, het Openbaar Ministerie ontvankelijk bleef in de vervolging.
De rechtbank beoordeelde vervolgens het bewijs en concludeerde dat de verdachte niet wist of moest weten dat de auto’s en het geld van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat zij op de hoogte was van de illegale herkomst van de gelden en goederen. De beslissing werd genomen in het kader van een grootschalig onderzoek naar witwassen, waarbij ook andere verdachten betrokken waren. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 25 februari 2022.