ECLI:NL:RBZWB:2021:937
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling van griffierecht
Op 1 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland. De eiser had op 3 november 2020 digitaal beroep ingesteld tegen een besluit van 22 september 2020, waarin een omgevingsvergunning voor het realiseren van een terras werd verleend. De rechtbank constateerde echter dat de eiser niet had voldaan aan de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De eiser was schriftelijk gewezen op deze verplichting en had een aangetekende brief ontvangen waarin hem werd medegedeeld dat het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brief moest worden betaald. Aangezien de betaling niet tijdig was ontvangen, verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, in aanwezigheid van griffier C.A.F. Kalb, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat verzet open voor partijen en andere belanghebbenden, met een termijn van zes weken voor het indienen van een verzetschrift.