ECLI:NL:RBZWB:2021:932
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake zorgtoeslag door gebrek aan schriftelijke machtiging
Op 1 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. De eiseres, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 31 augustus 2020, waarin de zorgtoeslag over het jaar 2019 werd vastgesteld. De gemachtigde van eiseres had bij brief van 8 oktober 2020 het beroep ingediend, maar voldeed niet aan de wettelijke verplichting om een schriftelijke machtiging te overleggen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde van eiseres op 26 oktober 2020 was gewezen op deze verplichting en dat er geen schriftelijke machtiging was ingediend, ondanks herhaalde verzoeken. De termijn voor het indienen van de machtiging was verstreken, waardoor de rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan en het beroep niet-ontvankelijk verklaard, met verwijzing naar de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.