ECLI:NL:RBZWB:2021:921
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake NOW-aanvraag door gebrek aan schriftelijke machtiging
Op 1 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op grond van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), welke door de minister was afgewezen. De gemachtigde van eiseres heeft op 26 september 2020 beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde niet heeft voldaan aan de verplichting om een schriftelijke machtiging en een uittreksel uit het handelsregister in te dienen. Ondanks herhaalde verzoeken van de griffier om deze documenten aan te leveren, is hierop geen reactie ontvangen. De rechtbank heeft de eiseres erop gewezen dat het niet indienen van deze documenten kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.
Aangezien de vereiste documenten niet zijn ingediend, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft de zaak zonder verdere behandeling ter zitting afgedaan en het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken.