ECLI:NL:RBZWB:2021:919
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van beslissing op bezwaar inzake persoonsgebonden budget
Op 1 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een zorgleverancier en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De eiseres, een zorgaanbieder, heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op de bezwaren van diverse budgethouders met betrekking tot hun persoonsgebonden budget (pgb). De rechtbank heeft besloten het beroep versneld te behandelen en heeft de zitting achterwege gelaten.
De rechtbank overweegt dat de eiseres zorg levert op twee locaties en dat de betrokken budgethouders zorg inkopen bij haar. De rechtbank stelt vast dat het bestuursorgaan de beslistermijn heeft overschreden en dat de eiseres rechtsgeldig het college in gebreke heeft gesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt het college op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing op bezwaar te nemen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
De rechtbank bepaalt verder dat het college het door eiseres betaalde griffierecht van € 354,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig en openbaar gemaakt op 1 maart 2021. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.