ECLI:NL:RBZWB:2021:891

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 februari 2021
Publicatiedatum
3 maart 2021
Zaaknummer
02-700117-17, 02-700122-16 (tul), 02-700333-13 (tul)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de ISD-maatregel en klinische opname ter beperking van recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 februari 2021 uitspraak gedaan over de beëindiging van de ISD-maatregel van de betrokkene, geboren in 1995 en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Vught. De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar, maar na een tussentijdse beoordeling is geconcludeerd dat de criteria voor voortzetting van de maatregel niet meer worden voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er met de klinische opname, zoals opgelegd door het hof, voldoende waarborgen zijn om het recidiverisico te beperken. De betrokkene heeft zich coöperatief opgesteld en deelgenomen aan behandelingen, maar heeft ook een nieuw delict gepleegd tijdens een onttrekking aan de ISD-maatregel. De officier van justitie heeft gepleit voor voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de verdediging heeft verzocht om beëindiging, gezien de bijzondere voorwaarden die door het hof zijn opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ISD-maatregel kan worden beëindigd op het moment dat de betrokkene klinisch wordt geplaatst bij De Woenselse Poort of een soortgelijke instelling. De beslissing is genomen met inachtneming van de noodzaak om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen, maar ook de noodzaak van behandeling van de betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummers: 02-700117-17, 02-700122-16 (tul), 02-700333-13 (tul)
Beslissing tussentijdse beoordeling ISD-maatregel d.d. 18 februari 2021
Aan betrokkene
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Vught, 5263 NT Vught, Lunettelaan 501,
is de ISD-maatregel opgelegd.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het vonnis van deze rechtbank van 22 september 2017 waaruit blijkt dat aan betrokkene
de ISD-maatregel is opgelegd voor de duur van 2 jaar;
- het verzoekschrift van de verdediging van 23 november 2020 tot tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel;
- een evaluatierapportage ISD van 26 januari 2021 van [naam] , ISD-manager bij de P.I. Vught, inhoudende de stand van zaken van het ISD-traject en het advies tot voortzetting van de ISD-maatregel.

2.De procesgang

Tijdens het onderzoek ter zitting van de rechtbank van 4 februari 2021 is de officier van justitie mr. R.C.P. Rammeloo gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.M. Koole, advocaat te Goes.
Voorts is als deskundige [naam] , ISD-manager bij de P.I. Vught, gehoord.

3.Het standpunt van de P.I.

In de evaluatierapportage ISD van 26 januari 2021 wordt geadviseerd tot voortzetting van de ISD-maatregel. Er is op dit moment nog sprake van een hoog recidiverisico en bescherming van de maatschappij is dus nog van groot belang. Betrokkene stelt zich, na terugplaatsing op de ISD-afdeling, coöperatief op ten aanzien van zijn ISD-maatregel en de in te zetten interventies. Hij neemt deel aan de reeds ingezette behandelingen en gaat in gesprek als er sprake is van spanning. Het lukt hem op dit moment goed om te voorkomen dat er zaken escaleren. Tijdens een onttrekking heeft betrokkene zich schuldig gemaakt aan een ernstig nieuw delict, waarvoor hij door het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch (hierna: het hof) een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd heeft gekregen met als bijzondere voorwaarde onder andere een klinische behandeling. Er is besloten om het restant van de ISD-maatregel te gebruiken om een klinische plaatsing voor te bereiden en indien mogelijk betrokkene alvast klinisch te plaatsen.
De deskundige heeft daar ter zitting nog aan toegevoegd dat er door de P.I. wordt aangestuurd op een plaatsing van betrokkene in de forensisch psychiatrische kliniek De Woenselse Poort per april 2021. Er kan dan worden aangevangen met de door het hof opgelegde klinische opname. Dit traject is echter nog onzeker en afhankelijk van meerdere, onzekere, factoren. Wel wordt gezien dat behandeling van betrokkene noodzakelijk is. Zijn houding en gedrag zijn verbeterd en hij heeft spijt van wat er gebeurd is. Binnen de P.I. is discussie geweest over de vraag in welk kader de klinische opname ingezet moet worden. In deze discussie is enerzijds de optie besproken om eerst de ISD-maatregel tot het einde af te ronden alvorens te gaan behandelen, gelet op de ernst van het delict, de impact daarvan op de slachtoffers en de inlichtingen verkregen vanuit het veiligheidshuis te Zeeland. Anderzijds is ook de optie van behandeling binnen de ISD-maatregel, gelet op het karakter van deze maatregel, afgewogen. Uiteindelijk is, na betrokkene aan nader onderzoek onderworpen te hebben, de middenweg gekozen, wat heeft geleid tot het uitgebrachte advies. De P.I. zal bij voortzetting van de ISD-maatregel tot en met oktober 2021 verantwoordelijk blijven voor de eventuele verloven van betrokkene. Het is niet uit te sluiten dat deze verloven kritisch worden beoordeeld en al dan niet worden afgewezen door de directeur van de P.I.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot voortzetting van de ISD-maatregel. De ISD-maatregel zal door de P.I. worden gecombineerd met de voorwaarden zoals opgelegd door het hof. Het is voor betrokkene fijn dat dit gecombineerd kan worden. De ISD-maatregel is bedoeld om de positie van betrokkene in de maatschappij te verbeteren. Het is daarom van belang dat hij de juiste behandeling gaat krijgen, hetgeen nu is ingezet. Hiermee wordt de juiste weg bewandeld, waardoor het noodzakelijk is dat de ISD-maatregel wordt voortgezet.

5.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw van betrokkene heeft verzocht om beëindiging van de ISD-maatregel, aangezien er niet meer wordt voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium. De verdere invulling van de ISD-maatregel wordt door de P.I. namelijk gebaseerd op de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn opgelegd door het hof. Verzocht wordt om daarom de ISD-maatregel per 16 april 2021 te beëindigen, nu betrokkene naar alle waarschijnlijkheid per die datum overgeplaatst kan worden naar forensische psychiatrische kliniek De Woenselse Poort. In het kader van de ISD-maatregel zal betrokkene alvast overgeplaatst kunnen worden naar de forensische psychiatrische kliniek, maar hij krijgt dan geen vrijheden. Wanneer de ISD-maatregel beëindigd wordt, zijn De Woenselse Poort en de reclassering verantwoordelijk voor het verlof wat in de loop der tijd opgebouwd gaat worden. Betrokkene heeft het gevoel dat door de P.I. veel vrijheden worden tegengehouden. Wanneer betrokkene zich niet aan de door het hof gestelde voorwaarden houdt, bestaat het risico dat hij de resterende gevangenisstraf moet uitzitten. Het risico voor de maatschappij bij beëindiging van de ISD-maatregel is dus beperkt. Daarnaast geldt er nog altijd een contactverbod met de slachtoffers.
Betrokkene is gemotiveerd om mee te werken aan de opname. Dit blijkt tevens uit de evaluatierapportage. Het is daarom van belang om voortvarend te werk te gaan en te starten met de voorwaarden zoals opgelegd door het hof.

6.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank moet beoordelen of het noodzakelijk is de ISD-maatregel voort te zetten,
waarbij vastgesteld moet worden of onmiddellijke beëindiging van de ISD-maatregel zal leiden tot onveiligheid, overlast of verloedering van het publiek domein.
Uit het verhandelde ter zitting en het dossier blijkt dat betrokkene op 26 maart 2018 met de ISD-maatregel is aangevangen. Destijds is besloten om in te zetten op een praktisch traject, om zo het recidiverisico te kunnen verminderen. Tijdens de extramurale fase is duidelijk geworden dat dit traject niet voldoende was. Betrokkene heeft zich aan het traject onttrokken en heeft tijdens deze onttrekking een nieuw delict gepleegd. Op 11 september 2020 is hij door het hof daarvoor onherroepelijk veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarbij zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een klinische opname voor de duur van maximaal 18 maanden. Door de P.I. Vught is besloten dat het resterende deel van de ISD-maatregel gebruikt zal worden om een klinische plaatsing voor te bereiden. Ter zitting is gebleken dat betrokkene inmiddels is aangemeld voor een klinische opname. Deze opname zal naar alle waarschijnlijkheid per april 2021 aanvangen. Het is echter de vraag in welk kader de klinische opname moet plaatsvinden, nu met de door het hof opgelegde voorwaarde tot klinische behandeling binnen de resterende duur van de ISD maatregel een aanvang zal worden gemaakt.
De rechtbank is van oordeel dat met de klinische opname, zoals opgelegd door het hof, er een voorziening voorhanden is die, gelet op de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf die daarbij boven het hoofd van betrokkene hangt, met voldoende waarborgen is omkleed om het nog aanwezige recidiverisico te beperken. Hierdoor is het niet de verwachting dat beëindiging van de ISD-maatregel zal leiden tot onveiligheid, overlast of verloedering van het publiek domein. Bovendien wordt, door tijdens de ISD-maatregel feitelijk uitvoering te geven aan de door het hof opgelegde behandeling, in de nog resterende termijn van de ISD-maatregel onvoldoende nuttig effect verwacht bij verdere tenuitvoerlegging. Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat er niet meer wordt voldaan aan de criteria voor voortzetting van de ISD-maatregel en zal zij de ISD-maatregel van betrokkene dan ook beëindigen. Nu het nog onzeker is wanneer en bij welke kliniek betrokkene zijn behandeling zal ondergaan, zal de rechtbank de ISD-maatregel opheffen met ingang van het moment dat betrokkene klinisch wordt geplaatst bij De Woenselse Poort of een soortgelijke instelling en daar feitelijk wordt opgenomen.

7.De beslissing

De rechtbank
- beëindigt de ISD-maatregel van [betrokkene] met ingang van het moment waarop hij klinisch wordt geplaatst bij De Woenselse Poort te Eindhoven of een soortgelijke instelling en daar feitelijk zal worden opgenomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. P. Kooijman, voorzitter, mr. G.H. Nomes en mr. H. Skalonjic, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Holtgrefe en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 februari 2021.
Mr. Kooijman en mr. Skalonjic zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.