5.3In artikel 27, eerste lid, van de WW is bepaald dat indien de werknemer een verplichting, hem op grond van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder a, van de WW opgelegd, niet is nagekomen, het UWV de uitkering blijvend geheel weigert, tenzij het niet nakomen van de verplichting de werknemer niet in overwegende mate kan worden verweten.
Beoordeling door de rechtbank
6. De rechtbank komt tot de volgende beoordeling. Dat eiser werkloos zou zijn geworden vanuit een dienstverband bij ’[nieuwe werkgever] en niet vanuit een dienstverband met [werkgever], volgt de rechtbank niet. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is geweest van een mondelinge arbeidsovereenkomst met [nieuwe werkgever]. De beschikbare stukken ondersteunen zijn standpunt niet. En eiser heeft het voicemailbericht niet overgelegd, waarover hij stelt te beschikken en waaruit volgens hem de gestelde mondelinge toezegging zou blijken dat hij bij ’[nieuwe werkgever] als bedrijfsleider was aangenomen.
7. De beoordeling ziet daarom op de verwijtbaarheid van eisers ontslag bij [werkgever]. Niet in geschil is dat eiser daar zelf ontslag heeft genomen. Eiser heeft niet aangevoerd, noch is de rechtbank gebleken, dat er aan voortzetting van dat dienstverband zodanige bezwaren waren verbonden dat voortzetting ervan redelijkerwijs niet van hem kon worden gevergd. Dat eiser op 7 januari 2020 ontslag zou hebben genomen omdat hij op dat moment uitzicht had op een nieuwe baan bij [nieuwe werkgever], acht de rechtbank niet geloofwaardig. Eiser heeft zijn baan bij [werkgever] al op 7 januari 2020 opgezegd, terwijl hij in zijn mail van 1 maart 2020 aan [naam2] van [nieuwe werkgever] stelt dat de mondelinge afspraak
recentzou zijn gemaakt, wat in lijn is met de verklaring van [naam2] dat het gesprek met eiser
medio februari 2020heeft plaatsgevonden. Dit duidt er niet op dat er op 7 januari 2020 voor eiser uitzicht was op een baan bij [nieuwe werkgever]. Gelet op deze omstandigheden is het eiser te verwijten dat hij ontslag heeft genomen bij [werkgever] voordat hij concreet zicht had op een nieuwe dienstbetrekking. Dit betekent dat het UWV zich naar het oordeel van de rechtbank terecht en op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat eiser verwijtbaar werkloos is geworden.
8. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard. Dit betekent dat eiser geen gelijk krijgt van de rechtbank. Voor een proceskostenveroordeling is geen reden.