Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, via de achterzijde/garage van het pand [Naam winkel] , het pand is binnengegaan met een mes en vervolgens die [Slachtoffer 1] en [Slachtoffer 2] met een mes heeft aangevallen en vervolgens met dat mes die [Slachtoffer 2] ter hoogte van zijn borstbeen en
in zijnhand heeft gestoken en die [Slachtoffer 1] in de rug heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder 1 primair en 3 primair tenlastegelegde feiten;
een jeugddetentie van 315 (driehonderdvijftien) dagen, waarvan 90 (negentig) dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
van rechtswege de volgende voorwaardengelden:
een leerstraf, te weten So-Cool Verlengd van 50 (vijftig) uren;
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
25 (vijfentwintig) dagen;
[Slachtoffer 1](feit 1) van
[Slachtoffer 2](feit 1) van
[Naam winkel]niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
[Slachtoffer 5]niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
10.Bijlage I
hij op of omstreeks 21 augustus 2020 te Middelburg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] met een mes heeft aangevallen en/of meermalen, althans eenmaal, met dat mes die [Slachtoffer 2] ter hoogte van zijn borstbeen en/of handen heeft gestoken/gesneden en/of die [Slachtoffer 1] in de rug heeft gestoken/gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten poging tot diefstal van geld en/of sieraden en/of (een) (andere) goed(eren) van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam winkel]
van dat feit (die (pogingen) diefstal) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 288 Wetboek van Strafrecht )
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] ,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, via de achterzijde/garage van het pand [Naam winkel] , het pand is binnengegaan met een mes en/of vervolgens die [Slachtoffer 1] en/of [Slachtoffer 2] met een mes heeft aangevallen en/of (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, met dat mes die [Slachtoffer 2] ter hoogte van zijn borstbeen en/of handen heeft gestoken/gesneden en/of die [Slachtoffer 1] in de rug heeft gestoken/gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 18 januari 2020 te Middelburg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een tas en/of een hoeveelheid geld en/of een portemonnaie en/of een aantal sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 4] en/of [Naam snackbar] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [Slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
mededader(s) met een mes in de hand in de richting van die [Slachtoffer 4] is/zijn gelopen en/of stekende
bewegingen heeft gemaakt in de richting van die [Slachtoffer 4] , in elk geval die [Slachtoffer 4] een mes heeft/hebben getoond en/of daarmee die [Slachtoffer 4] heeft/hebben bedreigd;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 1 maart 2020 te Vlissingen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning gelegen aan de Nieuwe Vlissingseweg, een kluis (met daarin o.a. een hoeveelheid geld en/of identiteitspapieren) en/of een hoeveelheid sieraden en/of een horloge (“Rolex“), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
een of meer goederen te weten een hoeveelheid sieraden en/of een horloge (“Rolex“) heeft
verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;